Rijksprojectenprocedure, Project Gaswinning Waddenzee


Op dit moment is er één energieproject waarvoor de rijksprojectenprocedure doorlopen wordt: Gaswinning onder de Waddenzee. NAM BV is de initiatiefnemer van dit project. Bij Gaswinning onder de Waddenzee zijn meerdere overheden en tientallen vergunnings-, goedkeurings- en ontheffingsbesluiten betrokken. 3 ministeries, 2 provincies, 3 gemeenten en 2 waterschappen moeten gezamenlijk ruim 30 besluiten nemen.

Deze besluiten worden tegelijkertijd en in onderling overleg genomen ( 'parallel geschakeld'). Dat maakt de besluitvorming voor de burger overzichtelijker: er is één moment waarop de burger alle besluiten te zien krijgt waarmee de betrokken overheden het mogelijk maken dat NAM BV gas gaat winnen onder de Waddenzee.

De verantwoordelijkheden blijven bij een rijksproject ongewijzigd:
- de initiatiefnemer blijft verantwoordelijk voor een goede projectvoorbereiding, inclusief het aanvragen van alle benodigde vergunningen en ontheffingen;
- de besluiten over vergunningen en ontheffingen blijven de verantwoordelijkheid van dezelfde overheden als wanneer het project géén rijksproject zou zijn. Zo moeten bijvoorbeeld de gemeenten gewoon zélf besluiten over de aangevraagde bouwvergunningen.

Hierop is één uitzondering. Normaal besluiten provincies en gemeenten over de ruimtelijke inpassing van een project via streekplannen en bestemmingsplannen. Bij een rijksproject legt de Rijksoverheid indien nodig de ruimtelijke inpassing van het project vast in het zogeheten ‘rijksprojectbesluit’. Bij gaswinning onder de Waddenzee wordt dit rijksprojectbesluit gelijktijdig met de andere besluiten genomen.

De volgende fasen zijn te onderscheiden in de rijksprojectenprocedure:

1 De initiatiefnemer maakt bekend dat hij van plan is een bepaald energieproject te realiseren.
 
2 Het kabinet besluit, als het project van nationaal belang is, op het project de rijksprojectenprocedure van toepassing te verklaren.
 
3 Het Bureau Energieprojecten brengt samen met de initiatiefnemer en betrokken overheden in kaart welke vergunningen, ontheffingen e.d. er voor het project benodigd zijn.
 
4 De initiatiefnemer vraagt alle vergunningen, ontheffingen etc. tegelijk aan bij de bevoegde overheden. Het Bureau Energieprojecten spreekt met deze overheden een gezamenlijke planning af.
 
5 De betrokken overheden maken in overleg met elkaar hun ontwerp-besluiten. De projectminister stelt een ontwerp-rijksprojectbesluit op.
 
6 De ontwerp-besluiten komen gebundeld bij alle betrokken overheden ter inzage te liggen. In deze periode kunnen burgers een schriftelijke inspraakreactie sturen. Ook worden een of meer hoorzittingen georganiseerd, waarop burgers mondeling kunnen inspreken.
 
7 De overheden bekijken naar aanleiding van de inspraakreacties of hun ontwerp-besluiten veranderd moeten worden. Vervolgens nemen zij hun definitieve besluiten.
 
8 De definitieve besluiten worden weer gezamenlijk ter inzage gelegd bij alle betrokken overheden. Burgers kunnen beroep aantekenen tegen deze besluiten bij de Raad van State.
 
9 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet in geval van beroep tegen een van de besluiten binnen 6 maanden uitspraak doen. Over een beroep tegen het rijksprojectbesluit moet de Raad van State zich uitspreken binnen 12 maanden.

Meer informatie over de rijksprojectenprocedure is te vinden in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 39a e.v.. Voor overheden wordt binnenkort een gedetailleerde beschrijving van de procedure gemaakt.