Verslag consultatieronde Texel
Verslag van de consultatiebijeenkomst op Texel d.d. 18 februari 2004
Aanwezig
28 eilandbewoners, de mevrouw Geldorp-Pantekoek (burgemeester van Texel en voorzitter van de avond), Jan Jaap Hooft (LNVN), Gerrit van Brakel (LNVN), Sandra Mack (LNVN,verslag) en Marica van de Weerd (stagiaire communicatie)
Opening
Mevrouw Geldorp-Pantekoek heet alle aanwezigen welkom. Vervolgens draagt zij het woord over aan de heer Hooft van het ministerie van LNV. De heer Hooft geeft uitleg over de agenda. Het zal eerst gaan over de nieuwe Leidraad opvang zeehonden (Gerrit van Brakel) en na de pauze over de volgende trilaterale regeringsconferentie in 2005 (Jan Jaap Hooft).
Leidraad opvang zeehonden
De heer van Brakel vertelt over het tot stand komen en over de inhoud van de Leidraad opvang gewone en grijze zeehonden. In het kort zijn de consequenties hiervan dat men terughoudend omgaat met de opvang met in het wild levende dieren. Indien een dier door direct toedoen van de mens ziek of verwond is geraakt geldt de zorgplicht. Indien een dier door natuurlijke oorzaken ziek is geworden dan geldt die zorgplicht niet. In de praktijk betekent dat, dat eerst afgewacht dient worden of het dier zich zelf weet te redden dan wel of,in het geval van huilers, de moeder misschien niet toch nog in de buurt is.
Reacties n.a.v. de presentatie
Een vertegenwoordiger van Pieterburen vraagt of LNV nog een budget heeft voor opvangcentra. LNV maakte duidelijk dat er geen financiële steun meer wordt gegeven aan opvangcentra. Alleen in bijzondere omstandigheden zal dit van geval tot geval bekeken worden.
Vanuit de zaal kwam de vraag of robbentochten niet verboden zouden moeten worden als deze mogelijk zeehonden verstoren.
LNV legde uit dat ook de boten van de robbentochten geen zeehonden mogen verstoren. Ook mogen ze net als iedereen niet in de volgens de Natuurbeschermingswet gesloten gebieden komen. De artikel 17 gebieden zijn tijdelijk (van mei tot september) of het hele jaar door gesloten. In deze tijd werpen en zogen de gewone zeehonden hun jongen. Verstoring van de zeehonden is in de gehele Waddenzee niet toegestaan.
Er werd aan LNV gevraagd of er niet een limiet is wat betreft het aantal zeehonden dat de Waddenzee kan dragen en hoe LNV met een verdere sterke groei om zal gaan.
LNV is zich ervan bewust dat er op de lange termijn conflicten kunnen ontstaan tussen belangen van de visserij en zeehonden in de Waddenzee. Voorlopig is dat stadium niet bereikt. De zeehond is een beschermd dier dat niet verstoord mag worden. Door Alterra Texel wordt opgemerkt dat men bezig is met onderzoek naar het aantal zeehonden dat de Waddenzee kan dragen en naar het eetgedrag van zeehonden in relatie tot visserij in de Waddenzee. Wel is het nu al bekend dat zeehonden ook nog ver buiten de eilanden voedsel halen. Volgens Alterra moet men wel oppassen met opvang als de draagkracht van de Waddenzee ingehaald wordt.
Op vragen over calamiteiten plannen antwoordt LNV dat er geen specifiek plan voor zeehonden bestaat, maar wel algemeen voor de Waddenzee. Tijdens de laatste epidemie had men snel een calamiteiten plan opgesteld met alle betrokkenen. Aan een olierampenplan wordt op dit moment door het ministerie van V&W gewerkt.
LNV legt naar aanleiding van een aantal vragen uit hoe bekend gemaakt wordt als gebieden gesloten worden en grenzen van gesloten gebieden veranderen. Deze wijzigingen worden door een communicatietraject elk najaar bekend gemaakt bij belanghebbenden. Verder bestaan er op elk eiland beheersoverleggroepen waarmee van te voren wordt overlegd. Uiteindelijk worden wijzigingen in de Staatscourant gepubliceerd.
Er wordt gevraagd of Denemarken gezien het feit dat het land heel anders over zeehondopvang denkt, zich wel in de Nederlandse leidraad kan vinden. LNV licht toe dat het opvangbeleid van Nederland past binnen de trilaterale afspraken.
LNV geeft aan dat er bij behoefte vanuit de bewoners ook tijdens de volgende consultatie nog altijd de mogelijkheid is om na kennisname van de Leidraad erover te discussiëren.
Trilaterale regeringsconferentie 2005
De heer Hooft geeft aan dat LNV met de voorbereidingen voor de volgende conferentie in 2005 gestart is. De trilaterale conferentie zal voor het eerst op een waddeneiland plaatsvinden. Hierdoor wil LNV benadrukken dat bewoners en gebruikers steeds meer betrokken worden bij bestuur en beleid van de Waddenzee. Volgens de heer Hooft is inbreng van bewoners en gebruikers onmisbaar voor het draagvlak van de Nederlandse inbreng tijdens de conferentie. De huidige consultatie is een startbijeenkomst om bewoners bewust te maken van wat er speelt en op de agenda staat. LNV zal dit jaar nog een aantal keren terug komen om specifiek over Werelderfgoed te praten. De drie landen hebben namelijk in Esbjerg afgesproken het communicatieproces rond Werelderfgoed vóór de volgende conferentie af te ronden, zodat op Schiermonnikoog bepaald kan worden of er in de drie landen wel of niet voldoende draagvlak is voor een mogelijke aanwijzing.
Bij volgende bijeenkomsten zal er ook een vertegenwoordiger van het ministerie van V&W aanwezig zijn in verband met onderwerpen die primair dat ministerie aangaan zoals scheepsveiligheid.
Vervolgens gaf de heer Hooft uitleg over de stand van zaken m.b.t. de volgende uit de Verklaring van Esbjerg (2001) voortvloeiende onderwerpen:
- Het Waddenzee Forum
- Het trilaterale monitorings- en beoordelingsprogramma
- Landschap en cultureel erfgoed
- Evaluatie van de trilaterale samenwerking
- Kustbescherming en stijging van de zeespiegel
- Wereldnatuurerfgoed
Samenvatting van vragen en opmerkingen n.a.v. de presentatie
De vragen hebben met name betrekking op een aantal onderwerpen die in 2005 op de agenda van de ministerconferentie staan.
De deelnemers waarderen het dat LNV voor het Werelderfgoed nog speciale avonden gaat organiseren. Het verstrekken van voldoende informatie van te voren is zeer belangrijk. Graag zou men een lijst ontvangen met voor- en nadelen en wat Werelderfgoed precies inhoudt. De eilandbewoners hebben namelijk bedenkingen over de mogelijke consequenties van een aanwijzing. Graag willen zij weten wat precies de veranderingen zijn bij een aanwijzing tot Werelderfgoed.
De burgemeester legt uit dat ook met het Overleg Orgaan Waddeneilanden (OOW) overleg plaats vindt over de door LNV te verstrekken informatie rond Werelderfgoed. Ook heeft het OOW aanbevolen om iemand van de UNESCO mee te nemen om uitleg te geven over de inhoud en consequenties van een mogelijke aanwijzing.
Gevraagd wordt of er trilateraal bepaalde gedachten zijn over het plaatsen van windturbines in de Waddenzee. LNV legt uit dat de trilaterale afspraak is om geen windturbines in de Waddenzee te plaatsen. De trilaterale discussie gaat nu over het plaatsen van windturbines in de Noordzee.
LNV wordt gevraagd om oorsprong en nut van de trilaterale samenwerking uit te leggen. De trilaterale samenwerking vloeit voort uit het toetreden van de drie landen tot de Ramsar Conventie. Deze conventie gaat over de bescherming van natte gebieden (wetlands) zoals de Waddenzee. De drie landen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de Waddenzee. Door de samenwerking willen ze onder ander gelijke beschermingsmaatregelen realiseren. De beleidsdoelstellingen van de landen komen overeen en worden door nationale wetten geïmplementeerd.
Er wordt gevraagd waarom de Werelderfgoed discussie nu weer opgestart wordt, hoewel na afloop van de laatste consultaties geen meerderheid voor een aanwijzing was. De burgemeester legt uit dat de wens om te onderzoeken of er voldoende draagvlak voor een aanwijzing is nog voortvloeit uit de laatste conferentie. Na de laatste consultatierondes door LNV kon men niet tot een resultaat komen. De meningen waren te verdeeld. Nu wordt dit weer opgepakt om tot een definitieve uitspraak te kunnen komen. Een voorwaarde van de UNESCO is dat er draagvlak bij de bevolking aanwezig is. Bij de nominatie gaat het over het natte gedeelte. De vraag is of dit consequenties voor de eilanden heeft. Daar moeten we over in discussie gaan.
Het voorstel wordt gedaan om bewoners en gebruikers bij het trilaterale Waddensymposium te betrekken. Zo zouden praktische ervaringen ingebracht kunnen worden. LNV licht toe dat het Waddenzeeforum juist hiervoor opgericht is. Het forum bestaat namelijk uit vertegenwoordigers van bewoners en gebruikers. De burgemeester stemt hiermee in en legt uit dat in het forum naar gebruikers in de Waddenzeeregio geluisterd wordt. Er is dus ook vanuit de gebruikershoek aandacht voor de trilaterale samenwerking. Een vertegenwoordiger van de Waddenvereniging meldt dat het Waddenzeeforum zelfs een discussie tussen de sectoren en gebruikers is.
Het forum zal in het najaar ook nog lokale bijeenkomsten houden om te achterhalen of bewoners en gebruikers zich inderdaad in de uitkomsten van het forum kunnen vinden.
Op de vraag waarom gas- en olieboringen niet op de agenda van de ministersconferentie staan wordt geantwoord dat het Waddenzeeforum zich hiermee in de energiegroep bezighoudt. Verder zal in Nederland de Commissie Meijer hier uitspraak over doen. Het kan best dat dit onderwerp naar aanleiding van het advies van de commissie nog op de agenda van de conferentie komt te staan.
Er wordt de vraag gesteld of kleinschalig historisch medegebruik nog op de agenda van de conferentie staat en wat er met het voorwerk van de werkgroepen op de eilanden gedaan is. LNV ligt toe dat de werkgroepen aan een notitie gewerkt hebben waarin geïnventariseerd is wat kleinschalig historisch medegebruik volgens de eilandbewoners inhoudt. De notitie wordt eerst nog door het OOW bekijken en vervolgens aan LNV voorgelegd. Graag wil LNV tijdens de volgende bijeenkomst n.a.v. de notitie hier verder over praten.
In de zaal wordt opgemerkt dat het LNV vergunningstelsel steeds makkelijker omgaat met grootschalige bedrijven dan met kleine bedrijven. Volgens LNV is dat niet zo. Er worden veel vergunningen verleend voor kleine bedrijven. Alleen kunnen deze niet altijd gebruikt worden, omdat er niets te vangen valt.
De bijeenkomst wordt door de voorzitter afgesloten.