Rapport "Visintrek in de Noord Nederlandse kustzone" (RIKZ)


2003 - Als onderdeel van het RIKZ-project GRADIËNTEN is de visintrek tussen zout en zoet water bestudeerd. Dit rapport geeft een overzicht van de problematiek, toegespitst op de Noord-Nederlandse kustzone.

Langs de Noord-Nederlandse kust zijn in totaal 55 zout-zoet overgangen, waarvan nog slechts één een relatief ongestoorde gradiënt tussen zee en zoet water heeft, namelijk de Eems-Dollard. De rest is gescheiden door dijken, dammen, sluizen of gemalen, die voor vissen moeilijk of niet passeerbaar zijn.

De vissen die tussen zout en zoet water migreren worden samengevat onder de term diadrome soorten. Hieronder vallen de anadrome soorten, die van zee naar zoet water trekken om zich daar voort te planten, en de katadrome soorten die zich op zee of op de oceaan voortplanten en waarvan het jonge stadium naar zoet water trekt om daar op te groeien.

Van de 11 diadrome soorten zijn in Nederland inmiddels 4 verdwenen, en bevinden zich 5 op de rode lijst van het Trilaterale Waddengebied met de status van kwetsbare of bedreigde soort. Het grootste knelpunt in de levenscyclus van deze soorten zit in het algemeen in de bereikbaarheid van de paaigebieden en habitatverlies. Ook vervuiling, met name in het zoete milieu, kan een rol spelen.

Deze startnotitie tracht vanuit een stroomgebiedbenadering naar de visintrek-problematiek te kijken. Vanuit zee komend, is de barrière tussen zout en zoet water het eerste knelpunt. Hier zou met (soms eenvoudige) maatregelen geprobeerd kunnen worden verbeteringen te bereiken. Vervolgens verdient het zoete water aandacht: zijn er geschikte habitats, zijn deze bereikbaar, is de waterkwaliteit voldoende? Uiteindelijk streven is, dat de levenscyclus van deze vissoorten ongehinderd kan worden voltooid.

Niet bij iedere zout-zoetovergang is het achterland geschikt voor iedere diadrome vissoort. Het rapport geeft per vissoort aan welke intrekpunten waarschijnlijk geschikt zouden kunnen worden gemaakt. Omdat historische kennis over het voorkomen veelal beperkt is, is dit grotendeels gebaseerd op "expert judgement".

Een aantal diadrome soorten die uit Nederland zijn verdwenen zullen ook wanneer maatregelen worden getroffen niet spontaan terugkomen omdat er geen populaties in Noord Europa meer bestaan. Maar de kwijnende populaties van andere soorten kunnen door maatregelen wellicht behouden blijven.