Luchttellingen zeehonden 2008
De Gewone Zeehonden in de Waddenzee zijn in 2008 geheel hersteld van de virusepidemie uit 2002. Dat blijkt uit tellingen van Wageningen IMARES die deze jaarlijks verricht in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in de Nederlandse Waddenzee. Die gegevens worden door het Ministerie gebruikt voor toetsing van het beheer en voor toekomstig beleid.
In de zomer van 2008 werden tijdens de verharing in augustus 5972 gewone zeehonden geteld in de Nederlandse Waddenzee. Het aantal pups wordt in de geboorteperiode juni/juli bepaald. In 2008 werden 976 pups in de Nederlandse Waddenzee geteld. De verharingsperiode is de geschikste periode om te tellen. De gegevens worden gebruikt om de populatieontwikkeling te volgen.
Het totaal aantal getelde dieren is ruim 40% meer dan in 2007. Daarbij dient echter meteen een kanttekening worden geplaatst. In 2007 werd de telling in ongunstige weersomstandigheden gehouden waardoor de aantallen zeer laag uitkwamen, en maar 2% groei gevonden werd ten opzichte van 2006. Na de telling in 2008 is de gemiddelde groei in Nederland sinds de 2002-virusepidemie 21%. Dit gemiddelde komt overeen met de verwachtingen.
Elk jaar worden de tellingen in de Nederlandse Waddenzee geplaatst in de context van de aantalsontwikkelingen van de Internationale Waddenzee populatie. Hiertoe worden jaarlijks de tellingen trilateraal (Denemarken, Duitsland en Nederland) gecoördineerd en vinden ze gelijktijdig en op dezelfde manier plaats. Dit jaar konden door slecht weer en technische problemen in de Duitse deelstaten geen volledige tellingen worden uitgevoerd tijdens de verharingspiek in augustus. De ontbrekende Duitse data werden door de betrokken wetenschappers berekend op basis van de kennis over de verhoudingen in aantallen zeehonden tussen de gebieden en tussen de seizoenen. Met de aantallen voor Denemarken en voor Nederland samen komt de Trilateral Seal Expert Group (TSEG) tot een schatting van 20.250 gewone zeehonden in de International Waddenzee in 2008. De toekomstige tellingen zullen uitwijzen in hoeverre deze schatting correct was. Bij de puptellingen waren er geen problemen en werden in totaal 4.632 pups geteld.
De TSEG concludeert dat de internationale populatie volledig hersteld is van de epidemie in 2002. Toen heerste voor de tweede keer een virusepidemie onder de gewone zeehonden in Noordwest-Europa en stierf in de Waddenzee ongeveer 50% van de populatie. Opvallend was toen het relatief hoge aantal volwassen mannetjes dat dood gevonden werd. In de eerste jaren na de epidemie werd een verhoogd percentage pups (aantal pups per totaal aantal) van soms 25% geconstateerd. Nu de populatie groeit, en zo ook de verhouding mannetjes-vrouwtjes herstelt, loopt dit puppercentage langzaam terug.
Lees het engelstalig artikel over de populatie in 2008
Op dit moment groeit de totale populatie Gewone Zeehonden iets langzamer dan het aantal dieren in het Nederlands deel alleen, maar nog steeds met 15% gemiddeld per jaar. Het is belangrijk om die ontwikkeling nauwlettend te volgen. Met name om te kunnen vaststellen hoe deze zich in de toekomst zal ontwikkelen. Dat geeft de noodzakelijke informatie om hierop het beheer op af te stemmen.