Rapport Bescherming Hoogwatervluchtplaatsen


November 2004 - De meeste vogels die voor hun voedsel afhankelijk zijn van het intergetijdengebied maken gebruik van speciale hoogwatervluchtplaatsen om te overtijen. Bij opkomend water verzamelen ze zich vaak in indrukwekkende zwermen op de bij vloed droog blijvende plaatsen, zoals eilanden en de rand van de kwelderzone.

Hoogwatervluchtplaatsen op bijvoorbeeld. Griend, Richel en de Vliehors (Vlieland) vormen bij vloed vogelconcentraties die tot de grootste in de gehele internationale Waddenzee behoren. Grote hoogwatervluchtplaatsen kenmerken zich door rust en een groot areaal aan wadplaten in de omgeving. Verstoring door  recreanten heeft een negatieve invloed op het aantal overtijende vogels op een hoogwatervluchtplaats. Dit blijkt uit een onlangs uitgevoerde inventarisatie van hoogwatervluchtplaatsen in Nederland, Duitsland en Denemarken die werd uitgevoerd in het kader van het trilaterale Waddenzeeplan. Hoewel de variatie in aantallen groot is, zijn de aantallen op plaatsen zonder recreatiedruk (bijvoorbeeld onbewoonde zandplaten) gemiddeld (veel) groter dan op plaatsen met veel recreanten. Vanuit het oogpunt van bescherming van hoogwatervluchtplaatsen is het dan ook van belang om een zekere mate van rust te bewerkstelligen.

Juist de bescherming van hoogwatervluchtplaatsen loopt echter in de Nederlandse Waddenzee achter bij de buren in Duitsland en Denemarken. In die twee landen valt rond de 90% van de hoogwatervluchtplaatsen onder regime van Speciale Beschermingszones onder de Europese Vogelrichtlijn; in Nederland ligt dat aandeel bij 69%. Daarbovenop kennen landen als Niedersachsen en Denemarken nog eens nationale natuurbeschermingswetten die van toepassing zijn op ruim 60% van hun hoogwatervluchtplaatsen. In Nederland ligt dat net onder de 40%. Weliswaar vallen belangrijke delen van de Nederlandse Waddenzee onder de Natuurbeschermingswet; het zijn vooral de binnendijkse gebieden die op dit moment geen enkele beschermde status genieten, noch krachtens de natuurbeschermingswet, noch als Speciale Beschermingszone. Deze gebieden zijn echter wel van groot belang voor overtijende rotganzen en goudplevieren. Bij stormvloeden komen bovendien ook veel andere steltlopers binnendijks het hoge tij afwachten. Ook foerageren hier vaak grote groepen ganzen en zwanen. In Niedersachsen en Denemarken zijn dergelijke gebieden doorgaans wel aangewezen als Speciale Beschermingszone.

Formele bescherming van hoogwatervluchtplaatsen is overigens geen garantie voor verstoringsvrije gebieden. Maar liefst 80% van alle hoogwatervluchtplaatsen in de internationale Waddenzee staat op enig moment bloot aan recreatiedruk; bij 36% van alle gebieden is zelfs sprake van een matige tot zware recreatiedruk. Ondanks de gemiddelde goede bescherming van hoogwatervluchtplaatsen vindt er dus regelmatig verstoring plaats.

Om de (toenemende) bezoekersstroom in goede banen te leiden is het dan ook wenselijk op een aantal gevoelige locaties bezoekers van informatie te voorzien hoe zich te gedragen in de buurt van hoogwatervluchtplaatsen. In Duitsland wordt dat bijvoorbeeld bewerkstelligd door middel van verschillende zones binnen de nationale parken en een uitgebreid systeem van bezoekersinformatie. In Nederland en Denemarken is echter nauwelijks sprake van uitgebreide informatievoorziening voor bezoekers.

Bron: Sovon, november 2004