Sportvisserij
Onder sportvisserij wordt het niet beroepsmatig vissen met de hengel verstaan. De vangst is bestemd voor eigen gebruik, of wordt teruggezet. Er wordt vanaf de oever of met boten gevist; particuliere, kleine boten of vanaf sportvisserijschepen, ingericht voor dagtochten met sportvissers. De vloot sportvisserijschepen op de Waddenzee is afgenomen van 80 tot 100 in 1990, tot rond de 25 in 2010. Een van de oorzaken van die teruggang is de afname van de hoeveelheid platvissen in de Waddenzee.
Hengelsport
Omdat de sportvisserij met hengels niet gereguleerd wordt, is weinig zicht op de exacte omvang en vangsten van deze visserij in de Waddenzee. Daarmee is het moeilijk een inschatting te maken van de effecten van deze visserij op het ecosysteem. Volgens een schatting door Sportvisserij Nederland bedroeg het aantal sportvissers in de Waddenzee in 2006 150.000 personen (met minimaal 1 bezoek per jaar aan de
Waddenzee per sportvisser) (Sportvisserij Nederland, 2008). In de sportvisserij met hengels is geen sprake van bodemberoering of bijvangst, zodat op dat vlak geen nadelige effecten op het ecosysteem zijn. Wel vindt onttrekking van vis plaats, waarvan de omvang en daardoor de effecten op het ecosysteem niet bekend zijn. De visserij zou impact kunnen hebben op de bestanden van de doelsoorten en op de voedselketen waaraan zij vis onttrekt.
Het meest gebruikte aas in de zeesportvisserij op de Wadden en langs de Noordzeekust zijn zeepieren. Er zijn twee commerciële bedrijven die aan mechanische pierenwinning doen in de westelijke Waddenzee. Daarnaast wordt door sportvissers voor eigen gebruik op droogvallende Wadplaten gezocht naar pieren en, in mindere mate, zagers.