Kustwachtsquadron op Marinevliegkamp De Kooy
Minsterie van Defensie 11 april 2005
Hierbij reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 10 maart jl. (uw kenmerk 15-def-2005) om de mogelijkheden te beschouwen voor de stationering van een kustwachtsquadron op Marinevliegkamp De Kooy. Gedurende het algemeen overleg over De Kooy van 8 maart jl. heeft het lid Herben hiervoor aandacht gevraagd. De kern van dit squadron zou gevormd kunnen worden door de huidige AB412 helikopters van de Koninklijke luchtmacht die thans onder meer de taken van militaire Opsporings- en Reddingsdienst (OSRD) en civiele SAR-operaties vervullen vanaf vliegbasis Leeuwarden. Voorgesteld wordt het bestand aan AB412 helikopters uit te breiden en daarvoor geld aan te wenden dat thans is gereserveerd voor de verwerving van extra Chinook helikopters. Met deze brief reageer ik op dit voorstel en ga ik in op de capaciteiten van de AB412, de doelmatigheidsaspecten en de behoefte aan Chinooks. Ik besluit de brief met de stand van zaken met betrekking tot het Defensie helikoptercommando.
Capaciteiten AB412
De huidige AB412´s hebben een divers takenpakket: militaire OSRD bij dag, patiëntenvervoer voor de ^Waddeneilanden, standby staan voor een F-16 hydrazineongeval, civiele SAR-operaties, militaire bijstand, algemene bijstand en overige taken. Voorzien is dat de NH90 helikopter een aantal taken van de AB412 overneemt. De Lynx helikopters van de Koninklijke marine vervullen thans reeds de SAR- en de OSRD-taak bij nacht omdat de AB412 vanwege technische beperkingen niet in staat is om gedurende de nacht te opereren boven zee. Voorts heeft de AB412 een beperkt vermogensoverschot bij het hoveren boven een object zoals een schip. Aanpassingen van de AB412 op dit punt vergen aanvullende investeringen. De NH90 is geavanceerder dan de Lynx en beschikt over een groter laadvermogen en volume, waardoor de operationele mogelijkheden voor de SAR- en OSRD-taak worden vergroot. In de nieuwe samenstelling van de helikoptervloot (NFH, MTTH, Chinook en Cougar) is er meer capaciteit beschikbaar dan nu het geval is. Daardoor ontstaat voldoende extra capaciteit om de rest van het takenpakket van de AB412´s te kunnen opvangen. De AB412 heeft geen expeditionaire capaciteiten en speelt dus geen rol bij militaire operaties buiten Nederland. Het toekomstige bestand aan helikopters garandeert dat het takenpakket van de AB412 zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin kan worden overgenomen en voorziet bovendien in een uitzendbare helikoptercapaciteit.
Doelmatigheid
Een van de mogelijkheden om de doelmatigheid van de helikoptercapaciteit van Defensie te vergroten is het reduceren van het aantal typen helikopters. Typereductie leidt tot schaalvoordelen op het gebied van logistiek, onderhoud, opleidingen en trainingen. Vanaf 2007 zijn de Chinook, de Cougar en de NH90 de drie belangrijkste typen helikopters voor Defensie. De Lynx wordt vanaf 2007 vervangen door de NH90 en op grond van financiële overwegingen gaat de voorkeur uit naar afstoting van de AB412´s en de AL-III´s. Meer typen helikopters leidt tot versnippering en komt de kosteneffectiviteit niet ten goede. Het aanhouden van de AB412 naast de NH90, onder andere voor maritieme taken, compliceert het opleidingstraject van een maritieme helikoptervlieger. Deze vliegers volgen namelijk een opleiding gerelateerd aan een helikoptertype binnen het SAR-squadron en gaan daarna naar het squadron dat vluchteenheden levert voor de schepen. De huidige combinatie van opleiden en opereren is bij het gebruik van AB412´s voor een kustwachtsquadron niet mogelijk. Het aanhouden of uitbreiden van het bestand aan AB412´s draagt dus niet bij tot de gewenste doelmatigheid van de helikoptercapaciteit.
Behoefte Chinooks
Het huidige bestand aan transporthelikopters van de Tactische Helikoptergroep van de Koninklijke luchtmacht (THGKLu) berust in de eerste plaats op de behoefte van de 11e Luchtmobiele brigade (11 LMB). Hiervoor zijn destijds dertien Chinooks en zeventien Cougars aangeschaft en is om budgettaire redenen slechts in beperkte mate rekening gehouden met een logistieke reserve en in het geheel niet met een operationele reserve. De vraag naar de inzet van transporthelikopters is groot. In de praktijk is gebleken dat het huidige aantal helikopters niet voldoende is om tegelijkertijd de 11e Air Manoeuvre Brigade (11 AMB) op te werken voor crisisbeheersingsoperaties en de vredesbedrijfsvoering van de THGKLu en inzetbaarheid voor andere militaire eenheden en civiele instanties te laten doorgaan. Daarom heb ik besloten om het bestand aan NH90´s te herschikken en het bestand aan Chinooks uit te breiden. Vanwege het beschikbare budget is deze uitbreiding in eerste instantie beperkt tot drie à vier extra Chinooks.
De Chinook heeft gedurende diverse operaties, zoals in Eritrea en Irak, zijn waarde bewezen. De Chinook is robuust, beschikt over een groot laadvermogen en -volume, heeft goede expeditionaire capaciteiten en een goede payload/range-verhouding, is geschikt voor landoperaties van speciale eenheden en is internationaal een gangbare middelzware transporthelikopter. De Chinook past uitstekend bij de versterking van de Europese middelzware transporthelikoptercapaciteit waaraan een tekort bestaat. Nederland heeft zich sedert 2001 bij herhaling daartoe internationaal verplicht en heeft in het kader van het EVDB daarvoor ook financiële middelen gereserveerd.
Conclusie kustwachtsquadron AB412
Na beschouwing van het voorstel om een AB412-squadron op te richten voor kustwachttaken en te stationeren op Marinevliegkamp De Kooy moet ik concluderen dat dit vanuit operationeel en financieel oogpunt niet zinvol is. De capaciteiten van de AB412 zijn niet voldoende om de SAR-taken van de Lynx over te nemen. De technische aanpassingen van de AB412 om deze taken volledig over te nemen, vergen additionele investeringen. Met het toekomstige bestand aan defensiehelikopters is er wel voldoende capaciteit om het huidige takenpakket van de AB412 over te nemen. Het voorstel is strijdig met het streven naar typereductie en bevordert de doelmatigheid van de helikoptercapaciteit niet. De keuze voor de Chinook en de voorziene uitbreiding van het bestand acht ik nog steeds een juiste. Het voorstel om gereserveerde gelden voor de verwerving van extra chinooks aan te wenden voor extra AB412´s is derhalve geen optie omdat dit de expeditionaire transportcapaciteit van de krijgsmacht aantast, terwijl er geen voordelen in nationale taken tegenover staan. Bij nader beschouwing concludeer ik dat een kustwachtsquadron op Marinevliegkamp De Kooy te veel conflicteert met het streven naar een doelmatige en doeltreffende helikoptercapaciteit bij Defensie.
Defensie Helikopter Commando
In september 2004 heb ik ingestemd met de studie Integrale Helikoptercapaciteit en deze aan u aangeboden. Een van de aanbevelingen in de studie is de oprichting van een Defensie Helikopter Commando (DHC) teneinde een grotere doeltreffendheid en doelmatigheid van de gehele Defensie helikoptervloot te bereiken. In de afgelopen periode hebben vertegenwoordigers van de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht eendrachtig gewerkt aan een projectvoorstel voor de oprichting van het DHC. Een Projectgroep DHC gaat midden april van start met ontwerpen van het DHC. In het DHC worden alle helikopters en het bijbehorend personeel en materieel van de Nederlandse krijgsmacht, inclusief dat van de vliegvelden Gilze-Rijen en De Kooy en het militair luchtvaartterrein Deelen, ondergebracht. Het DHC zal vallen onder de verantwoordelijkheid van de Commandant Luchtstrijdkrachten. Eind 2007 moeten de operationele activiteiten onder verantwoordelijkheid van het DHC kunnen starten.
DE MINISTER VAN DEFENSIE