Beleid Defensie
Agenda voor het Waddengebied
In de Agenda voor het Waddengebied (pdf, 3.6 MB): De afgelopen decennia zijn de militaire activiteiten in het Waddengebied verminderd. Hierdoor is de druk op de Waddennatuur op verschillende plaatsen afgenomen. Ook op andere manieren neemt de druk door militaire activiteiten af, bijvoorbeeld door de verlichting van militaire terreinen te verduurzamen. Voor de meeste militaire vliegbewegingen geldt inmiddels een minimale vlieghoogte van 450 meter (1500 ft).Naast verduurzaming van de activiteiten van Defensie in het Waddengebied, is de ambitie om de impact van de activiteiten van Defensie op de natuur in het Waddengebied verder te verminderen, ook bij een eventuele toename van Defensie activiteiten.
Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2)
n 2005 is de planologische kernbeslissing over de Defensieterreinen, het zogeheten Tweede Structuurschema Militaire Terreinen, na goedkeuring van het Parlement van kracht geworden.
Dit structuurschema, dat een geldigheidsduur heeft van tien jaar, bevat de hoofdlijnen van het komende rijksbeleid voor militaire terreinen en complexen. Het is het vervolg op het SMT-1 dat vanaf 1985 van kracht is en in 2003 afliep.
In 1985 had Defensie ruim 23.000 hectare aan oefenterreinen in beheer. In het jaar 2000 was dat gedaald tot ongeveer 16.000 hectare. Op basis van de Defensienota-2000 sluit de huidige oefenbehoefte van de krijgsmacht op bijna 11.000 hectare. Dit betekent dat een groot aantal terreinen, in totaal zo'n 5.000 hectare, buiten militair gebruik kan worden gesteld.
Doelstelling van het SMT-2 is het scheppen van de noodzakelijke ruimtelijke voorwaarden voor de gereedstelling en instandhouding van de krijgsmacht. Verwezenlijking van de infrastructuur voor huisvesten, opleiden en oefenen van de krijgsmacht, versterking van de ruimtelijke kwaliteit, doelmatige benutting van het ruimtebeslag en 'verweving van functies waar mogelijk, scheiding waar nodig' zijn sleutelwoorden bij het vastleggen van het ruimtegebruik door Defensie. Binnen dat kader wordt een bijdrage geleverd aan het rijksbeleid op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur, milieu, recreatie en cultuurhistorie. Relevant rijksbeleid, zoals de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, de derde Nota Waddenzee, de nota Natuur voor Mensen en de nota Bevedére, is betrokken bij het opstellen van dit structuurschema. Tijdens de geldigheidsduur van het SMT zal verder worden gewerkt aan het samengaan van defensiegebruik met andere functies, bijvoorbeeld natuur en recreatie, om verdere synergie te bereiken. Medegebruik van defensieterreinen voor natuur- en extensieve recreatieve doeleinden wordt bevorderd.