Belangrijkste verschillen nieuwe en oude nota Waddenzee


In deze notitie zijn door InterWad de belangrijkste verschillen weergegeven tussen de nieuwe Derde Nota Waddenzee (PKB deel 1, januari 2001) en de huidige Tweede Nota Waddenzee (PKB deel 4, november 1994).

Voor de exacte verschillen dient u de teksten van beide nota's naast elkaar te leggen en te vergelijken.

Hoofdstuk 1 Inleiding

  • Het nieuwe beleid voor de Waddenzee (planperiode) zal 10 jaar geldig zijn in plaats van 5 jaar.
  • In het hoofdstuk 3.2 van de Derde Nota Waddenzee zijn een aantal concrete beleidsbeslissingen over menselijke activiteiten in het waddengebied opgenomen, die andere overheden bij het opstellen van hun ruimtelijke plannen in acht moeten nemen.

  • De wenselijkheid en mogelijkheden voor het instellen van een Internationaal Park Waddenzee zullen worden verkend.

Hoofdstuk 2 Beleidsuitgangspunten

  • De hoofddoelstelling voor de Waddenzee is uitgebreid met: 'het behoud van het unieke open landschap'. Ook worden nu de archeologische waarden beschermd.
  • Er is een nieuw ontwikkelingsperspectief voor de Waddenzee aangegeven, gericht op de lange termijn tot 2030.

Hoofdstuk 3 Beleidskeuzen

Algemeen

  • In de eerste helft van de planperiode (komende 5 jaar) zullen door het Kabinet besluiten genomen worden over het herstel van zoet-zout overgangen in het waddengebied.

  • Ook in de eerste helft van de planperiode zal onderzoek plaatsvinden naar het zoveel mogelijk ruimte geven aan natuurlijke processen in relatie tot klimaatverandering en zeespiegelstijging.

  • Het beleid voor een aantal menselijke activiteiten in de Derde Nota Waddenzee is meer op hoofdlijnen beschreven

  • Menselijke activiteiten in de Waddenzee mogen archeologische waarden in de bodem in beginsel niet aantasten.

Burgerluchtvaart

  • De minimale vlieghoogten voor de burgerluchtvaart gelden nu ook voor de Noordzeekustzone (tot 3 zeemijlen uit de kust), waddeneilanden en zeegaten.

  • Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden voor een vliegverbod voor de kleine luchtvaart boven stiltegebieden en een verbod op reclamesleepvliegen.

Offshore installaties

  • In de waddenzee mogen geen booreilanden meer worden geparkeerd.

Bebouwing

  • Er mogen in de Waddenzee geen gebouwen worden geplaatst; nieuwe bebouwing langs de rand van de Waddenzee mag alleen op plaatsen die aangegeven worden in de Vijfde Nota Ruimlelijke Ordening (PKB deel 1 januari 2001).

Energie

  • Het besluit van het Kabinet over gaswinning in en aangrenzend aan de Waddenzee ( 7 december 1999) is nu ook van toepassing op alle diepe delfstoffen (dus ook bijvoorbeeld op zoutwinning).

  • Besluitvorming over de plaatsing van windmolens langs de Afsluitdijk moet door het Kabinet nog plaatsvinden op basis van het milieueffectrapport en de nut- en noodzaakanalyse (komt in deel 3 van de PKB aan de orde).

Schelpenwinning

  • De schelpenwinning in de Waddenzee mag maximaal de gemiddelde jaarlijkse natuurlijke aanwas bedragen en is beperkt tot bepaalde gebieden (zonering).

Recreatie

  • Het aantal ligplaatsen voor de recreatievaart in de bestaande havens aan de Waddenzee mag maximaal 4400 bedragen (zie ook Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening).

  • In de Waddenzee mogen geen speedboten e.d. meer worden gebruikt.

Visserij

  • De voedselreservering (mossels, kokkels en spisula) voor vogels in de Waddenzee en in Noordzeekustzone is aangescherpt.

  • De garnalenvisserij is niet toegestaan op de droogvallende platen binnen de voor de visserij gesloten gebieden. Ook de garnalenvissers zullen een black box moeten installeren indien zij binnen de voor de visserij gesloten gebieden willen vissen in de diepe delen (sublitoraal).

  • De gesloten gebieden in de Waddenzee op basis van artikel 17 van de Natuurbeschermingswet, zijn niet meer toegankelijk voor visvaartuigen.

Militaire activiteiten

  • Vermindering van militaire activiteiten in het waddengebied is geen doelstelling meer voor het Kabinet. Wel worden verschillende onderzoeken aangekondigd die gericht zijn op vermindering van de milieubelasting.

Hoofdstuk 4 Afwegingskader

  • Het afwegingskader voor nieuwe menselijke activiteiten en voor wijziging van bestaande activiteiten in de Waddenzee is aangepast. Het afwegingskader is afgestemd op o.a. de Europese Richtlijnen (Vogel- en Habitatrichtlijn) en geeft de stappen weer die door overheden doorlopen moeten worden, bij de besluitvorming over nieuwe of gewijzigde menselijke activiteiten.

Hoofdstuk 5 Doorwerking en evaluatie van het Waddenzeebeleid

  • Het Beheersplan Waddenzee zal worden herzien in 2001/2002

  • Het Kaderplan Communicatie Overheden Waddenzee zal worden herzien in 2001/2002. Er is geen apart hoofdstuk meer in de Derde Nota Waddenzee opgenomen, over voorlichting en educatie van de overheden in het waddengebied

  • Het trilateraal monitoringsprogramma zal worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 6 Bestuurlijke organisatie

  • De huidige overleg en coördinatiestructuur voor het Waddenzeebeleid blijft bestaan: Coördinatiecollege Waddengebied (CCW) als bestuurlijk overlegplatform en Regionaal Coördinatiecollege Waddengebied (RCW) als overlegplatform voor uitvoering en beheer.

  • De organisatorische uitwerking van rol en positie van deze beide organen wordt door rijk, provincies en gemeenten vastgelegd in een protocol.