Militaire activiteiten in het waddengebied


Schieten, laagvliegen en bommenwerpen: het wordt allemaal geoefend in het waddengebied. De Koninklijke Land- en Luchtmacht doen er schiet- en vliegoefeningen en de Marine rijdt er met amfibievoertuigen rond. Waarom juist in het waddengebied? Omdat het uitgestrekt is, met weinig obstakels. Er kunnen vrij gemakkelijk militaire zones afgebakend worden. Deze gebiedsdelen worden overigens 'onveilige zones' genoemd. Ze zijn niet toegankelijk voor het publiek.

Beheersplan_img7
Kaart militaire activiteiten

In Nederland en in het naburige buitenland is geen alternatieve plaats voor oefeningen te vinden, maar dat hoeft ook niet, want het Ministerie van Defensie is al enige jaren bezig met het verkleinen van de krijgsmacht. Daardoor kan een aantal militaire activiteiten in de Waddenzee worden beëindigd. Andere oefeningen gaan door, maar dan in een vorm die minder belastend is voor het milieu. De milieubelasting van militaire activiteiten is, landelijk en in het Waddengebied, sinds 1989 met een kwart verminderd. Er is nog nader onderzoek gaande naar de manier waarop de krijgsmacht het waddenmilieu belast. De resultaten van dat onderzoek kunnen tot verdere maatregelen leiden.

Militaire activiteiten: zo min mogelijk overlast geven

Het Ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken bij de militaire activiteiten in het waddengebied. Daarom heeft het ministerie een aantal richtlijnen voor het militaire gebruik van de Waddenzee opgesteld: - militaire activiteiten mogen geen extra ruimte in beslag gaan nemen; - geluidsoverlast, schade, verontreiniging van bodem, water of lucht moeten tot een minimum beperkt blijven; - militaire laagvliegroutes mogen weinig gebruikt worden. Als het kan worden ze zelfs helemaal afgeschaft. Praktisch gezien betekenen deze richtlijnen voor de beheerders van de overgebleven militaire terreinen: - voorkomen of beperken van geluidshinder, schade en vervuiling; - zorgen voor een veilige situatie door militaire zones duidelijk af te bakenen; - zonodig vergoedingen verstrekken aan derden die inkomsten derven als gevolg van de oefeningen van de krijgsmacht, bijvoorbeeld aan vissers die tijdelijk een bepaald gebied niet kunnen gebruiken. De eisen die aan het beheer van een militair terrein worden gesteld, zijn per terrein en per activiteit verschillend. In 1995 werd de schietrange de Noordsvaarder op Terschelling gesloten. Meteen daarna werden het terrein en de nabijgelegen duin- en strandgebieden gereinigd. Ook de waarnemingstorens zijn inmiddels weggehaald.

Mokbaai: een amfibisch oefenkamp op Texel

Een amfibievoertuig kan zich zowel in het water als op het land verplaatsen. Met dergelijke voertuigen wordt op Texel geoefend door mariniers. Ze zijn daar permanent met zo'n 100 personen aanwezig. Bij de amfibische oefeningen wordt zoveel mogelijk gelet op het milieu. Er wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met broedperiodes van vogels. De rest van het jaar wordt op werkdagen geoefend op het terrein zelf, maar af en toe (maximaal 6 keer per jaar) ook buiten het terrein. Dat mag alleen met toestemming van de burgemeester van Texel.

Breezanddijk: munitie uitproberen

Halverwege de Afsluitdijk bevindt zich de oude werkhaven Breezanddijk. Hier wordt munitie tot ontploffing gebracht. Dat kan geluidsoverlast geven. Daarom mogen de oefeningen alleen gedaan worden op 85 aangewezen werkdagen per jaar. Deze dagen en de geplande proeven worden aangekondigd in de vakbladen voor de scheepvaart.

Beheersplan_foto16
Foto Vliehors

Schietrange de Vliehors

Op het oefenterrein de Vliehors op Vlieland oefenen NAVO-gevechtsvliegtuigen regelmatig in het afwerpen van bommen, het schieten op gronddoelen en het afschieten van raketten. In de periode van 1 maart tot 1 september werpen de vliegtuigen echter geen zware bommen af. De geluidshinder blijft in die periode dus beperkt. Er wordt bovendien gewerkt met materiaal dat speciaal is ontworpen om geluidsoverlast te verminderen. Hoe hoog de geluidsbelasting precies is, zal in de toekomst duidelijker worden als er meetstations zijn ingericht. De geluidsoverlast wordt ook beperkt dankzij een convenant (onderlinge afspraak) tussen Defensie en de gemeente Texel. Die afspraak gaat over het beperken van oefeningen met scherpe munitie. De militairen ruimen elke vrijdag hun munitieresten op en één keer per jaar houden ze een grote schoonmaak. Schippers hoeven niet bang te zijn in de onveilige zone terecht te komen, want in 'Berichten aan de zeevarenden' staat de exacte plaats van de oefeningen beschreven.

Cavalerie-schietkamp Vlieland

Op het Cavalerie-schietkamp Vlieland wordt geoefend met tankkanonnen en mitrailleurs. Dat geeft geluidsoverlast. Daarom mogen de oefeningen niet gedaan worden tussen 15 april en 1 september. Elk jaar worden minder schoten gelost. In tien jaar tijd is het aantal met ongeveer twintig procent gedaald. Om het lawaai nader in kaart te brengen, doet TNO onderzoek naar de geluidsoverlast tijdens het schieten met Leopard-tanks. Soms moeten de oefeningen hals over kop worden afgebroken, als vissersboten of plezierboten per abuis het onveilige gebied binnenvaren. Dat kan gebeuren als de waarschuwingsberichten niet iedereen bereiken. Na elke schietserie worden munitieresten verwijderd. Ongeveer één keer per maand wordt een groter gebied rondom de schietdoelen schoongemaakt. En elke zomer vindt er een grote schoonmaak plaats.

De 25 mm schietbaan Marnewaard

In de buurt van het Lauwersmeer ligt de schietbaan Marnewaard. Daar wordt met boordwapens (geschut in oorlogsvliegtuigen) en met COAX-mitrailleurs geoefend. De militairen mogen er slechts 42 dagen per jaar trainen, zodat de geluidsoverlast beperkt blijft. Het schietprogramma wordt altijd eerst aan de gemeenten Schiermonnikoog en Marne voorgelegd. Daarna stelt het Ministerie van Defensie het jaarprogramma officieel vast. Schieten gebeurt in principe overdag, alleen doordeweeks. In 1998 zal het aantal schoten per jaar waarschijnlijk 20 procent lager liggen dan in 1989. Bovendien worden de effecten van een geluiddemper op het 25mm boordkanon onderzocht. De zorg voor de veiligheid is in handen van Rijkswaterstaat. De onveilige zone is afgebakend met wadlichten, waaruit rode waarschuwingssignalen komen als er schietoefeningen zijn. De zone wordt ook met een radarinstallatie bewaakt. Zodoende wordt scheepverkeer dat zich ondanks het waarschuwingssysteem toch in de onveilige zone waagt, tijdig opgemerkt. Als het nodig is, trekt de Koninklijke Marechaussee er met een patrouilleboot op uit om mensen te waarschuwen. Er zijn diverse regelingen getroffen om derden, bijvoorbeeld boeren en garnalenvissers schadeloos te stellen als zij door de oefeningen worden gehinderd. Om bodemvervuiling te voorkomen, worden munitieresten opgeruimd. TNO heeft onderzocht welke verbeteringen de schietbaan zou kunnen ondergaan. Er ketsen namelijk teveel kogels af.

Helikopters boven de wadden

Op de kaart zijn de vliegroutes voor helikopters aangegeven. Er zijn twee soorten routes: voor militaire oefeningen en voor ziekenhuisvervoer. In de buurt van Den Helder ligt het marinevliegkamp De Kooy. Vanaf die basis vliegen helikopters over de Waddenzee om te oefenen, of om te assisteren bij opsporings- en reddingsacties. Ook tussen Leeuwarden en de eilanden is veel vliegverkeer. Hier vliegen de zogenoemde Search- and Rescue-helikopters (SAR) af en aan. Maar sinds de sluiting (in 1995) van het militaire oefenterrein de Noordsvaarder op Terschelling, blijven deze SAR-vluchten beperkt tot patiëntenvluchten. Om geluidsoverlast te verminderen, is een aantal maatregelen genomen. Vanaf De Kooy wordt 's nachts of in de weekeinden niet gevlogen (tenzij in noodgevallen). Bovendien is bij het uitstippelen van de routes geprobeerd om rekening te houden met de natuur. Er wordt bijvoorbeeld niet gevlogen over het permanent droogliggende gedeelte van de Richel, ten zuiden van Vlieland. Daar rusten zeehonden en hebben vogels een vluchtplaats bij hoog water.

Laagvliegroute buiten gebruik

De laagvliegroute voor NAVO-vliegtuigen loopt vanuit Duitsland via Schiermonnikoog naar het zuiden. De route wordt momenteel niet gebruikt. Nederland zou graag willen dat de route helemaal werd opgeheven, in verband met de geluidsoverlast die het gebruik ervan geeft. In een natuurgebied als de Waddenzee is geluidshinder extra ongewenst. Maar er wordt binnen de NAVO nog onderhandeld over het verdelen van de geluidsbelasting van laagvliegroutes tussen de verschillende landen. Inmiddels is wel besloten dat andere laagvliegroutes, die tijdelijk worden aangelegd vanwege bijzondere NAVO-oefeningen, niet over de Waddenzee mogen lopen. De minimum vlieghoogte op een laagvliegroute bedraagt 75 meter. Voor de burgerluchtvaart is de minimum vlieghoogte 300 meter (op basis van de Luchtvaartwet). Dat minimum geldt nu ook voor de militaire vliegtuigen, zolang het gebruik van de laagvliegroute nog is opgeschort. Daarmee is de geluidsoverlast minder geworden. Andere maatregelen waarmee geluidshinder van laagvliegen wordt beperkt zijn: - de maximumsnelheid is verlaagd (van 850 km/uur naar 780 km/uur); - er mogen niet meer dan vier vliegtuigen tegelijk vliegen; - er zijn maximaal 2000 vluchten per jaar toegestaan (3000 was gebruikelijk). Aangezien de geluidsbelasting ook met deze maatregelen nog aanzienlijk blijft, zijn de laagvliegroute en de aanvliegroutes aangewezen als uitzonderingsgebieden binnen de stiltegebieden van de wadden.