Energiebronnen in het Waddengebied


Gas en wind zijn de belangrijkste energiebronnen in het waddengebied. Gas wordt gewonnen uit de zeebodem in de buurt van Harlingen, op Ameland en ten noordoosten van dit eiland. Via buizen wordt het gas naar het vasteland gebracht. Ten noorden van Delfzijl loopt een gasleiding vanuit Duitsland, dwars door de Eems, naar Nederland. In het waddengebied zullen hoogstwaarschijnlijk proefboringen worden gedaan naar nieuwe aardgasvelden. Dat mag maximaal zes keer tot 1999.

Beheersplan_foto8
Boorplatform Zuidwal

De aardgasvoorraad onder de Waddenzee bedraagt ongeveer 200 miljard kubieke meter. Dat is een schatting van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij). Windenergie kan worden opgewekt met windturbines. Langs de kust van Noord-Holland, Friesland, Groningen en op het eiland Texel zijn dergelijke turbines geplaatst of voor de komende jaren gepland. Gas en windenergie worden door particuliere bedrijven gewonnen. De overheid ziet toe of dat goed verloopt en kan als dat nodig is werkzaamheden coördineren.

Beheersplan_foto9
Foto Windenergie

Bijkomstige effecten van energiewinning

De energiebronnen (gas en wind) die in de Waddenzee aanwezig zijn mogen worden aangesproken. Daarbij moet rekening worden gehouden met de belangen van de natuur en met de veiligheid. De overheid moet deze belangen behartigen. De waddenprovincies zijn verantwoordelijk voor het energiebeheer, voor zover het windenergie betreft. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) is verantwoordelijk voor de andere energiebronnen. Deze overheden kunnen vergunningen geven aan bedrijven voor het exploiteren van energiebronnen, maar ze moeten ook de voorwaarde stellen dat de gevolgen voor het milieu goed in kaart worden gebracht. Het onderzoek naar die eventuele gevolgen voor het milieu heet 'milieu effect rapportage' (MER). Op basis daarvan kunnen zonodig maatregelen worden genomen om nadelige effecten voor natuur en milieu te verminderen of te compenseren. Gaswinning heeft een aantal bijkomstige effecten: - de bodem daalt en dat is indirect van invloed op de omvang van eilanden en platen; - bij het verwerken van boorafval kunnen schadelijke stoffen worden uitgestoten; - als per ongeluk iets mis gaat met een booreiland kunnen er onverwacht schadelijke stoffen ontsnappen; Ook de opwekking van windenergie is niet altijd zonder neven-effecten: - mensen en dieren kunnen hinder ondervinden van windturbines: trillingen, geluid, aan- en afvoer van materiaal en personeel; - windturbines (en boortorens) doorbreken het wijde zicht.

Beheersplan_img8
Kaart winningsgebieden gas

Randvoorwaarden bij gaswinning

In de Planologische Kernbeslissing (PKB) voor de Waddenzee heeft de overheid bepaald waar gas gewonnen mag worden en waar niet. Voor de gebieden waar het mag, kunnen 'concessies' worden verleend. Daar mogen echter alleen proefboringen worden gedaan. Voor zo'n proefboring is een milieu effect rapportage verplicht. Wordt in een concessiegebied gas gevonden, dan mag het alleen worden gewonnen als dat mogelijk is vanaf een locatie buiten het PKB-gebied. Het Staatstoezicht op de Mijnen beoordeelt de plannen van de exploitant. Buiten de concessies zijn proefboringen en seismisch onderzoek (speurtochten naar gasvoorraden) in principe niet toegestaan. Maar in uitzonderingsgevallen kan de overheid eenmalig een vergunning verlenen. Voor die vergunning is een milieu effect rapportage nodig.

Plan van Aanpak voor gaswinning

De rijksoverheid en de mijnbouwmaatschappijen (bedrijven die gas winnen) hebben in overleg met de waddenprovincies een Plan van Aanpak voor gaswinning en proefboringen opgesteld. Dat plan loopt tot 1999. In het plan zijn de volgende afspraken vastgelegd: - de best uitvoerbare technieken worden toegepast; - de kans op vervuiling (bijvoorbeeld door uitloging van materialen of door ongelukken), wordt tot een minimum beperkt; - eventuele schade aan de Waddenzee of aan het omringende gebied zal worden hersteld. De overheid heeft volgens het Plan van Aanpak de volgende taken: - milieu effect rapportages (laten) uitvoeren; - zorgen dat vergunningsprocedures goed verlopen; - vergunningen voor proefboringen afgeven; - zonodig verzachtende of compenserende maatregelen nemen; - inspectie en controle uitvoeren op de werkzaamheden.

Milieu effect rapportages over proefboringen

Milieu effect rapportages zijn bedoeld om in kaart te brengen wat de gevolgen zijn voor het milieu van voorgenomen activiteiten en van alternatieven. Deze rapportages worden door of in opdracht van de overheid uitgevoerd. In de Waddenzee zijn zowel voor de proefboringen als voor de exploitatie van de gasvelden milieu effect rapportages vereist. Uitgangspunt voor deze rapportages is het Structuurschema Groene Ruimte, waarin is vastgelegd hoe schade aan kerngebieden van de Ecologische Hoofdstructuur hersteld of gecompenseerd moet worden. De Ecologische Hoofdstructuur is een keten van beschermde natuurgebieden (en overgangsgebieden daartussen) in Nederland. De Waddenzee is een kerngebied binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Milieu effect rapportages over proefboringen in het Waddengebied en in de Noordzee-kustzone zijn niet bedoeld om argumenten tégen proefboringen in stelling brengen. Ze moeten een betrouwbaar inzicht geven in de milieueffecten van de voorgenomen boring. Daar hoort ook bij dat inzicht wordt gegeven in de mogelijkheden om de milieu-effecten zo veel mogelijk te beperken. De minister van Economische Zaken (EZ) keurt een gekozen boorlocatie formeel goed. Maar ook de Ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) en van Verkeer en Waterstaat (V&W) zijn bij de proefboring betrokken, evenals de waddenprovincies. In onderling overleg met de maatschappij die de proefboring gaat uitvoeren, bepalen deze overheden plaats, tijd en aanpak van een proefboring. Daarbij is het van belang de hoofddoelstelling van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Waddenzee niet uit het oog te verliezen: de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied.

Beheersplan_img8

Proefboringen: hoe gaat dat?

Er mogen tot 1999 maximaal zes proefboringen in het Waddengebied worden uitgevoerd. Het gaswinningsbedrijf Elf/Petroland heeft van proefboringen afgezien. De NAM wil wel boringen uitvoeren. Dat zou in één van de volgende gebieden kunnen: - Rottummeroog I - Simonszand - St. Jacobiparochie - Hollum-Zuid - Roode Hoofd - Blija Noord Een proefboring duurt ongeveer drie tot vier maanden. Hoe dieper geboord moet worden, hoe langer het duurt. De boorinstallaties worden zo gebouwd, dat afvalstoffen niet in zee worden geloosd. Boorgruis en ander afval worden vastgehouden, totdat het materiaal per schip kan worden afgevoerd. Ook het personeel wordt per schip vervoerd. Er mag niet vaker dan drie keer per dag een schip vertrekken of aankomen bij een boorplatform. Alleen in noodgevallen worden helikopters ingezet om mensen in veiligheid te brengen. Het Staatstoezicht op de Mijnen is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken. Er is een voortdurende controle op de effecten van de boring. Als er onverwacht grote negatieve effecten worden gemeten, moeten onmiddellijk maatregelen worden genomen. De genoemde boorlocaties liggen allemaal in het gebied van de PKB-Waddenzee. Daarom moeten ze na afloop van de proef weer in hun oorspronkelijke staat worden hersteld. Daarvoor moeten de boorbuizen worden weggehaald, ook uit de zeebodem.

Windenergie

In de buurt van de Eemshaven, in de provincie Groningen, staan veel windturbines en ook bij Zurich in Friesland. In beide provincies zijn nog meer windmolens gepland. Ook bij de Afsluitdijk kan misschien grootschalig windenergie worden opgewekt, maar dat is nog niet zeker. Eerst wordt onderzocht of de windturbines op die plek geen bedreiging vormen voor de verkeersveiligheid en voor vogels. De provincies Noord-Holland en Friesland hebben berekend dat er voor het opwekken van 250 MW windenergie een windmolenpark van 20 tot 35 vierkante kilometer nodig is. Voorlopig is op landelijk niveau afgesproken dat in de toekomst Noord-Holland 250 MW, Friesland 200 MW en Groningen 50 MW voor hun rekening nemen. Inmiddels is een begin gemaakt met het uitvoeren van de plannen. Over het plaatsen van windturbines zijn verder de volgende afspraken gemaakt: - in de Waddenzee is het opwekken van windenergie niet toegestaan; - binnen een strook van 1 tot 2 kilometer buiten de PKB-Waddengebiedsgrens is het opwekken van windenergie wel toegestaan, tenzij daardoor vogels in gevaar komen; - windturbines moeten bij voorkeur in de buurt van gebouwen, fabrieken of andere uitzichtbepalende elementen staan.