Waddenprovincies voor plaatsing Waddenzee op Werelderfgoedlijst
De drie Waddenprovincies, Noord-Holland, Fryslân en Groningen spreken zich uit vóór het plaatsen van de internationale Waddenzee op de Werelderfgoedlijst van UNESCO*.
Zij vinden unaniem dat het unieke natuurgebied in aanmerking komt voor deze eervolle status die ook economische kansen biedt. De definitieve beslissing om de Waddenzee bij UNESCO aan te melden wordt genomen op de Internationale Regeringsconferentie over de Waddenzee, begin november 2005 op Schiermonnikoog.
De Waddenprovincies, verenigd in een Stuurgroep, dragen plaatsing op de Werelderfgoedlijst een warm hart toe. Niet alleen vanwege de wereldwijde bevestiging van de unieke natuurlijke waarden van de Waddenzee, maar ook omdat het een waardering inhoudt voor de wijze waarop bewoners en gebruikers met de Waddenzee omgaan. Daarnaast biedt het kansen voor de lokale en regionale economie, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van specifieke vormen van toerisme.
De Waddenprovincies hebben vastgesteld dat plaatsing op de Werelderfgoedlijst niet leidt tot strengere regelgeving. Het huidige beschermingsniveau is voor het verkrijgen van de Werelderfgoedstatus voldoende. Provincies, gemeenten en het Rijk houden hun bevoegdheid om de regels voor de Waddenzee te bepalen. Het spreekt vanzelf dat de unieke natuurwaarden van de Waddenzee wel in stand moeten blijven om de Werelderfgoedstatus te behouden.
De Waddenprovincies ondersteunen daarom het initiatief van het Rijk om middels een convenant met de waddengemeenten meer duidelijkheid en zekerheid te verschaffen over de gevolgen van de werelderfgoedstatus en zijn bereid zo'n convenant mede te ondertekenen. De Waddenprovincies zijn van mening dat lokaal draagvlak voor plaatsing erg belangrijk is. Zij denken dat met een convenant duidelijkheid kan worden geboden en onzekerheden kunnen worden weggenomen, waardoor het gewenste draagvlak uiteindelijk kan worden bereikt.
* UNESCO = United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation