Angst voor erfgoedstatus berust op misverstanden
Ameland - De Nederlandse, Duitse en Deense waddeneilanden die niet willen dat het waddengebied de status van werelderfgoed krijgt, moeten de komende twee jaar omgeturnd worden.
Dat vindt de internationale conferentie van bestuurders van waddeneilanden die gisteren op Ameland is afgesloten. Ameland en Texel, de Deense eilanden en een deel van de Duitse eilanden willen de Unesco-status niet. Volgens de Amelander burgemeester Paul Verhoeven en zijn collega's berust dat op een misverstand. "Er is veel wantrouwen. Men is bang dat het allerlei beperkende regels meebrengt voor de eilandbewoners en de economie. Maar daar is geen sprake van." Verhoeven ziet alleen maar voordelen. De nieuwe status vestigt wereldwijd de aandacht op de eilanden en zal naar zijn verwachting toeristen uit de hele wereld lokken. "We waren druk bezig dat uit te leggen toen de waddenvereniging een bord bij ons in de duinen plaatste met de tekst: geen gasboringen in Unesco-gebied. Dat was niet handig", aldus Verhoeven. Zijn gemeenteraad stemde vervolgens tegen. De waddeneilanden roepen Europa op om het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee beter te regelen. Vooral de enkelwandige olietankers die de Noordzee bevaren zijn een doorn in het oog. "Een olieramp bij noordenwind en we kunnen de Unescostatus vergeten", aldus Verhoeven. Texel, Vlieland, de Deense en een deel van de Duitse eilanden zijn bij de heersende zuidwestelijke wind al de klos. Europese reders gebruiken alleen nog dubbelwandige tankers. Maar schepen van rederijen die varen onder goedkope vlaggen doen dat wel. Dat moet volgens de eilandenconferentie worden verboden. De bestuurders spraken zich ook uit tegen windmolens in of nabij het waddengebied.