Natuurbescherming Waddenzee kost meer tijd
Natuurbescherming in de Waddenzee vergt nieuwe maatregelen en meer tijd, blijkt uit de eerste evaluatie van de beheerplannen Natura2000 Waddenzee en Noordzeekustzone. De eerder genomen maatregelen blijken minder effectief dan voorzien. Dat komt onder andere door intensief gebruik van het gebied en ontwikkelingen zoals klimaatverandering en de vogelgriep.
Evaluatie Natura 2000 Beheerplan Waddenzee (pdf, 8.2 MB)
Evaluatie Natura 2000 Beheerplan Noordzeekustzone (pdf, 6 MB)
De Waddenzee en Noordzeekustzone zijn door Nederland aangewezen Natura2000-gebieden. Zij maken deel uit van een Europees netwerk (Natura 2000) van beschermde gebieden waar specifieke habitats (leefgebieden van planten en dieren) en planten en diersoorten beschermd moeten worden. De gebieden dragen daarmee bij aan het behoud en herstel van biodiversiteit in heel Europa.
Complexe opgave
Het bereiken van de instandhoudingsdoelen van de Waddenzee en Noordzeekustzone is een complexe opgave door de vele activiteiten die in het gebied plaatsvinden. De 2 evaluaties over de Waddenzee en Noordzeekustzone beschrijven dat de kwaliteit van het bodemleven, de kwelders en een aantal vogelsoorten nog niet voldoet.
Ook wordt de conclusie getrokken dat de natuur meer rust en ruimte nodig heeft om tot een goede ontwikkeling te komen. Tegelijkertijd vinden er verschillende activiteiten plaats in deze gebieden, zoals recreatie en economische activiteiten. Dat bemoeilijkt het beoogde behoud of herstel van deze leefgebieden. Voor vogels is de verstoring van rust, bijvoorbeeld door recreatie, een belangrijke factor.
Verder waren er autonome ontwikkelingen, waar een beheerplan weinig invloed op heeft, zoals de vogelgriep en de klimaatverandering, maar die het bereiken van de instandhoudingsdoelen wel bemoeilijken.
Succesvolle voorbeelden
Voorbeelden van succesvolle maatregelen bleken te zijn het afsluiten van gebieden voor strandbroeders, het aanleggen van de klutenplas en het broedeiland Stern in Groningen. Verder deed Rijkswaterstaat pilots met tijdelijke broedvoorzieningen door broedpontons te plaatsen in meerdere waddenhavens.
Voor het herstel van habitats blijkt volgens de evaluatie onder andere actief herstel van zeegras bij Griend succesvol. Op de kwelders werd de toename van verruiging van begroeiing tegengegaan door op locaties te variëren met de inzet van soorten grazers en intensiteit van de beweiding. Op de Razende Bol, een zandplaat waar veel zeehonden worden geboren, bleek toezicht en handhaving succesvol.
Toekomstige beheerplannen
De uitkomsten van de evaluatie worden meegenomen in de ontwikkeling van de nieuwe beheerplannen. Op die manier voldoen de te ontwerpen maatregelen voor de bescherming van soorten en habitats aan de laatste inzichten. Rijkswaterstaat werkt daarvoor samen met verantwoordelijke overheden, belanghebbenden en terreinbeheerders. Vooruitlopend hierop worden, waar nodig, tussentijds maatregelen genomen. Terreinbeheerders spelen ook een grote rol bij de uitvoering bij de maatregelen.