Kansen voor platte oester in Waddenzee
Er zijn mogelijkheden voor herstel van de platte oester in de Waddenzee. De soort is zo goed als uitgestorven, maar een kleine populatie weet al jarenlang te overleven. Deze kan het beste met rust gelaten worden voor verder herstel.
Maar er liggen ook kansen om de platte oester op andere locaties in de Waddenzee te herintroduceren. Dit blijkt uit een onderzoek dat Rijkswaterstaat liet uitvoeren door Bureau Waardenburg. Het uiteindelijk doel is om werk te maken van een grootschalige terugkeer van dit inheemse schelpdier.
Belangrijke biobouwer
De platte oester is namelijk belangrijk voor de ontwikkeling van onderwaternatuur. De platte oester geeft bijvoorbeeld de voorkeur aan een zandigere vestigingsplek, die dieper onderwater ligt. Daarmee is het een aanvulling op de huidige schelpdieren die zich bijvoorbeeld minder diep in de Waddenzee vestigen. Zo kan er een diversiteit aan organismen ontstaan zoals anemonen, zeepokken, zakpijpen en kleine visjes. Dit komt een divers ecosysteem ten goede, waarvan ook (grote) vissen en vogels profiteren.
Waterkwaliteit
Ook voor de waterkwaliteit speelt de oester een rol: elk exemplaar filtert dagelijks een badkuip vol zeewater. Daarnaast kan de platte oester belangrijk zijn in het realiseren van de Natura 2000-doelen waaraan Rijkswaterstaat moet voldoen. Denk aan de verbetering van de kwaliteit van onderwater gelegen zandbanken en het herstel van de kinderkamerfunctie voor vis.
Uitgestorven
De platte oester is echter sinds de jaren ’50 zo goed als uitgestorven in de Waddenzee door een combinatie van overbevissing, ziektes en strenge winters. De platte oesters die een paar jaar geleden zijn ‘ontdekt’ bij Texel en Vlieland breiden zich daar nu langzaam uit. Volgens de onderzoekers gaat het om een kleine populatie in lage dichtheden en is er nog geen sprake van oesterriffen.
Leefomstandigheden
De platte oester heeft specifieke leefomstandigheden nodig. De aanwezigheid van schelpen op de bodem, zoals bestaande Japanse oesterbanken, is een voorwaarde omdat platte oesters hierop kunnen groeien. Verder zijn bodemrust en de juiste droogvalduur van groot belang. Daarnaast kan de parasiet Bonamia ostreae en een slechte waterkwaliteit het herstel verstoren.
Herstel
Rijkswaterstaat wil de natuur in de Waddenzee beheren door meer ruimte te bieden aan natuurlijke processen. Daarom heeft het de voorkeur om de platte oester te laten terugkeren met passief herstel. Met andere woorden: rust creëren, zodat de natuur zichzelf herstelt.
Uit het onderzoek blijkt echter dat ook meer actieve maatregelen goed moeten worden afgewogen: Denk bijvoorbeeld aan actieve terugplaatsing of het creëren van aanhechtingsplekken.
Voorwaarden voor actief herstel zijn volgens de experts: voldoende kennis van de locatie, aanwezigheid van een natuurlijke bron van larven, draagvlak, klimaatbestendigheid en haalbaarheid. Het onderzoek noemt een vijftal locaties waar actief herstel of herintroductie van de platte oester succesvol zou kunnen zijn.
Aanvullend onderzoek
Omdat veel kennis over de platte oester in de Waddenzee nog ontbreekt, is verder onderzoek nodig. Zo is nog onbekend hoe de huidige verspreiding precies verloopt en in hoeverre de schelpdieren nu ziektevrij zijn. Maar bijvoorbeeld ook de impact van temperatuurstijging en waterkwaliteit kennen nog veel vraagtekens.
Rijkswaterstaat gaat zich nu eerst buigen over de adviezen van het onderzoeksbureau. Het rapport is openbaar toegankelijk via de website van de gezamenlijke Waddenbeheerders, waddenzee.nl.
PAGW
Het onderzoek naar de platte oester is uitgevoerd in het kader van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) herstel onderwaternatuur. Daarnaast is Rijkswaterstaat één van de opdrachtgevers van het Programma naar een Rijke Waddenzee. Binnen dit samenwerkingsverband is eerder onderzoek gedaan naar herstel van de platte oester onder meer met een labaratoriumproef met het kweken van platte oesters. Het onderzoek van Rijkswaterstaat bouwt daar nu op voort.
Download het rapport over de Platte Oester (pdf, 9.7 MB) (Pdf, 9,7 Mb)