Rijkswaterstaat start veldonderzoek naar zwerfafval in de Waddenzee

Gepubliceerd op 7 maart 2018MilieuAangemaakt door Rijkswaterstaat

Werelderfgoed Waddenzee is een bijzonder maar ook kwetsbaar gebied. Ook in de Waddenzee is zwerfafval aanwezig. Dit heeft effect op dier en milieu. Om een beeld te krijgen wat er aanwezig is, start Rijkswaterstaat op 7 maart een veldonderzoek naar zwerfafval in de Waddenzee. Met de opgedane kennis uit dit onderzoek kunnen in de toekomst maatregelen worden geformuleerd om vervuiling van de Waddenzee door zwerfafval aan te pakken.

Onderzoek naar zwerfafval
Doel van het onderzoek is een eerste beeld te krijgen over welk type en hoeveel zwerfafval aanwezig is in de Waddenzee en een indicatie van de mogelijke herkomst. In drie fasen, winter, zomer en najaar wordt op drie onbewoonde plekken in de Waddenzee onderzoek gedaan. Op elke plek wordt nauwkeurig handmatig geteld hoeveel zwerfafval waar op het strand ligt. Van ieder gevonden stuk wordt gekeken waar dit mogelijk van afkomstig is.

Drie locaties
Om een goed beeld te krijgen van de herkomst, is het noodzakelijk om op representatieve plekken te bemonsteren, waarbij mogelijke verschillen in herkomst van het zwerfvuil aantoonbaar zijn. Het gaat hierbij om plekken die niet of nauwelijks gebruikt zijn door mensen. Hierdoor ontstaat een goed beeld van wat op de Waddenzee aan vervuiling rondzwerft en dus niet het afval dat door de mens achtergelaten wordt. Voor dit onderzoek is daarom gekozen voor de locaties Zuiderduintjes bij Rottumeroog, Griend en de Steenplaat bij Vlieland. Op deze locaties zorgt de natuurlijke dynamiek van de Waddenzee voor de aanvoer van zwerfafval, en niet de mens.

Rekening houden met fauna
Het onderzoek houdt nadrukkelijk rekening met de aanwezige fauna in het gebied. Zo vallen de onderzoeksperioden buiten het broedseizoen van vogels en het geboorteseizoen van gewone en grijze zeehonden. Daarnaast wordt voldoende afstand gehouden tot rustende vogels en zeehonden.

Vergelijking met Noordzeekust
Vanuit de internationale OSPAR richtlijnen voor het monitoren van afval op stranden is voor de monitoring van zwerfafval op Noordzeestranden een duidelijk en goed werkend protocol ontwikkeld. Dit protocol is voor dit onderzoek aangepast op de specifieke kenmerken van het dynamische intergetijdegebied de Waddenzee. Zo is bijvoorbeeld rekening gehouden met de aanwezige fauna in het gebied. Door zo veel mogelijk de OSPAR methode aan te houden kan er een vergelijking gemaakt worden tussen het afval dat gevonden wordt in de Waddenzee en aan de Noordzeekust. Dit maakt het ook mogelijk om te onderzoeken of de algemeen aangenomen theorie klopt dat de meeste vervuiling op het wad afkomstig is uit de Noordzee en met vloed de Waddenzee in komt. Het is voor het eerst dat er ook voor de Waddenzee een dergelijk onderzoeksprotocol is ontwikkeld.

Actieplan Plasticvrij Werelderfgoed Waddenzee
Rijkswaterstaat wil als natuur- en waterkwaliteitsbeheerder van de Waddenzee de problematiek rondom zwerfafval inzichtelijk maken en helpen oplossen en werkt hierbij samen met andere natuur- en gebiedsbeheerders in het Waddengebied. Zo is bij de voorbereiding van het onderzoek samengewerkt met de Waddenunit van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Staatsbosbeheer, Bureau Waardenburg en Stichting De Noordzee.Rijkswaterstaat is opdrachtgever en coördinator van het onderzoek, Bureau Waardenburg voert het onderzoek uit in samenwerking met de Waddenunit.

Het onderzoek komt voort uit het Actieplan Plasticvrij Werelderfgoed Waddenzee dat onderdeel is van de Samenwerkingsagenda Beheer Waddenzee 2016-2018. Deze agenda is opgesteld door het Regiecollege Waddengebied. Hierin zijn Rijk, Provincie, Gemeenten, Waterschappen, bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap vertegenwoordigd.