Proefboringen bij Schiermonnikoog mogen doorgaan
ENGIE E&P Nederland B.V. kan beginnen met proefboringen naar aardgas in de Noordzee ten noorden van Schiermonnikoog. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft alle bezwaren ongegrond verklaard tegen de vergunningen voor de proefboringen. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (15 februari 2017). Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Proefboringen
In juni 2016 verleenden de minister en de staatssecretaris van Economische Zaken zowel een omgevings- als een natuurvergunning voor twee proefboringen met tijdelijke boorplatforms op ongeveer vijf en zeven kilometer ten noorden van Schiermonnikoog. De eerste proefboring kan plaatsvinden in de periode oktober 2017 tot en met maart 2018. Als blijkt dat een winbare hoeveelheid gas aanwezig is, mag ENGIE het jaar daarop een tweede proefboring doen. Tegen de vergunningen waren diverse bezwaarmakers, waaronder de Waddenvereniging, in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Opsporen van gas
Volgens de bezwaarmakers hadden de minister en de staatssecretaris ook onderzoek moeten doen naar de gevolgen van de gaswinning die mogelijk ná de proefboringen zal plaatsvinden. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak hoeft dat niet. Het gaat in dit geval specifiek om proefboringen naar het opsporen van gas, en niet om de winning van gas, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. Mocht er in de toekomst daadwerkelijk gas worden gewonnen, dan zal ENGIE daarvoor een aparte vergunning moeten aanvragen.
Gevolgen voor natuurwaarden en landschap
De bezwaarmakers vrezen verder dat de proefboringen omliggende Natura 2000?gebieden en het landschap van Schiermonnikoog aantasten. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatssecretaris echter de zekerheid verkregen dat de 'natuurlijke kenmerken' van de Natura 2000-gebieden niet zullen worden aangetast door de proefboringen. Er is voldoende onderzoek gedaan naar de gevolgen van de boringen voor de natuurwaarden en de dieren die in en rond deze gebieden leven. Ook de gevolgen voor het landschap van Schiermonnikoog en de beleving daarvan mocht de staatssecretaris beperkt achten, zo oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak. Dit vanwege de afstand van de platforms tot Schiermonnikoog en de omstandigheid dat de boringen in de winterperiode, buiten het toeristische hoogseizoen, plaatsvinden.