Uit de Duurzaamheidsrapportage Rijkswaterstaat: Griend staat model

Gepubliceerd op 23 oktober 2015Milieu, Natuur en Landschap, Overheid, OverigAangemaakt door Rijkswaterstaat

Een broedgebied voor de grote stern en een rustpunt voor de trekvogels. Dat is van oudsher de belangrijkste functie van het vogeleiland ’Griend’. Het eiland is gelegen in het midden van de westelijke Waddenzee, langs de vaarweg naar Vlieland en Terschelling. Maar de laatste jaren neemt het aantal broed- en trekvogels behoorlijk af. Natuurmonumenten (natuurbeheerder Griend), Rijkswaterstaat (beheerder vaarweg) en de provincie Fryslân slaan daarom de handen ineen.

Verbetering van de kwaliteit van deze broedlocatie is een van de doelstellingen uit het Natura 2000 ontwerpbeheerplan voor de Waddenzee. Daarin is opgenomen dat de populaties van de grote stern, visdief en noordse stern niet verder mogen afnemen en op termijn moeten herstellen. Uit tellingen van de afgelopen jaren blijkt echter dat deze drie soorten kustvogels het moeilijk hebben. Daarom zal Rijkswaterstaat komend jaar 300.000 m3 zand aanbrengen ter versterking van het eroderende eiland. Ook wordt het eiland plaatselijk afgeschraapt om de verruiging te verminderen.

Strandwal
“Voor de zandsuppletie gebruiken we zand dat we hebben opgebaggerd om de vaargeul tussen Harlingen en Terschelling en Vlieland op diepte te houden,” legt Aante Nicolai, adviseur Netwerkontwikkeling en Visie van Noord-Nederland, uit. “Tot nu toe verspreidden we het opgebaggerde zand vooral op diepe locaties in de geulen. Maar Rijkswaterstaat zet zich steeds meer in voor de leefomgeving. Daarom gebruiken we het zand nu deels ook om een kunstmatige strandwal voor Griend aan te leggen.”

Nicolai is al sinds 2008 betrokken bij het opstellen van het beheerplan voor de Waddenzee. “Als grootste beheerder van de Waddenzee hebben wij het voortouw om via het beheerplan ervoor te zorgen dat de Waddenzee een zo natuurlijk mogelijk gebied kan blijven.” Rijkswaterstaat stelde het beheerplan samen met de ministeries van Economische Zaken en Defensie en de provincies Groningen, Fryslân en Noord-Holland op.

Duurzaam
Uitgangspunt bij de opzet van het plan was dat de Waddenzee ook in de toekomst duurzaam beheerd moet worden. “De Waddenzee is er niet alleen voor de vogels, vissen en planten. In het gebied wordt gevist, gerecreëerd, gebaggerd en ook bijvoorbeeld aardgas gewonnen. Die belangen moesten we allemaal meewegen bij het opstellen van het beheerplan,” aldus Nicolai.

Organisaties voor natuur, recreatie, visserij, bedrijven, gemeenten en waterschappen zijn daarom vanaf de start in 2008 betrokken bij de plannen. “In het begin werd er met een zekere scepsis naar Natura 2000 gekeken, maar inmiddels ziet men dat wij het beste voor hebben met de Waddenzee en de belangen die er spelen,” vertelt Nicolai.

Aandacht
Veel gaat er al goed in het kwetsbare Waddengebied. Dat komt omdat de Waddenzee al sinds 1980 een zogenoemd PKB-gebied is. Het aanwijzingsbesluit Natura 2000 uit 2009 benoemt concreet de habitat-typen, habitatsoorten en vogelsoorten waaraan extra aandacht moet worden geschonken.

Na het goedkeuringsproces volgt de inspraak, waarna het beheerplan mogelijk begin volgend jaar definitief kan worden vastgesteld. Nog op tijd voor de start van de zandsuppletie bij het vogeleiland Griend. “We starten na het broedseizoen, want we laten de vogels komend voorjaar met rust,”stelt Nicolai vast.

Brandstofwinst
Een meer gecoördineerde manier van werken heeft de afgelopen jaren eveneens tot besparingen geleid. “Een concreet voorbeeld is de inzet van de schepen op de Waddenzee. Daar worden patrouilles gehouden, vindt betonningswerk plaats en doen we onderzoek, meetwerk en visserijbeheertaken. Door een aantal werkzaamheden te combineren was het mogelijk om de opgedragen taken uit te voeren met 9 in plaats van 11 schepen.”

De volledige duurzaamheidsrapportage (pdf, 1.2 MB) (pdf, 2,1 Mb)