Programma naar een Rijke Waddenzee krijgt een vervolg

Gepubliceerd op 17 oktober 2014Natuur en LandschapAangemaakt door Groene Ruimte

De extern uitgevoerde evaluatie van het Programma naar een Rijke Waddenzee laat zien dat het programma op brede steun kan rekenen en concrete resultaten laat zien op weg naar natuurherstel in de Waddenzee.

Staatssecretaris Dijksma ziet het als een belangrijke ondersteuning voor de uitvoering van ‘Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk verder’ voor de Waddenzee. Zij heeft besloten om het programma, te continueren tot en met 2018. Ook het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Waddenprovincies en de Coalitie Wadden Natuurlijk hebben zich bereid hebben verklaard medeverantwoordelijkheid te willen dragen voor de sturing en financiering van het programma voor de komende periode. Dat schrijft Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer.

Met het Programma naar een Rijke Waddenzee willen het Rijk, de regio, de Coalitie Wadden Natuurlijk, samen met vissers, recreanten en andere gebruikers in het gebied een impuls geven aan natuurherstel in de Waddenzee. Daarbij gaat het om het realiseren van natuurherstelprojecten langs de randen van het Wad in combinatie met veiligheid en beleving, verduurzaming van de visserij, herstel van biobouwers en visbestanden, voldoende schoon en helder water en het versterken van de internationale samenhang van het Werelderfgoedgebied. Belangrijke resultaten in de afgelopen jaren waren, naast de procesbegeleiding van de mosseltransitie, het Meerjarenakkoord handkokkelvisserij, de Samenwerkingsovereenkomst Economie en Ecologie in balans Eems-Dollard gebied, de ‘zandige dijk’ op Texel, de uitwerking van de Vismigratierivier Afsluitdijk en de gesprekken in het kader van verduurzaming van de garnalenvisserij.

Onlangs is het programma geëvalueerd door een extern bureau. Het bureau constateert dat de interventie van het programma als 'tussenfiguur' effectief is en bijdraagt aan 'anders denken', samenwerken in netwerken en het voor elkaar krijgen van initiatieven en projecten. De keuze van het ministerie van Economische Zaken om pragmatische coalities aan te gaan in het netwerk van het Waddengebied heeft gewerkt. Uit de evaluatie blijkt verder dat de kracht van het programma met name is gelegen in het verbindende en aanjagende karakter als 'tussenfiguur' tussen natuurorganisatie, gebruikers, bevoegde gezagen en wetenschap.

In de ‘Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk verder' zet Dijksma onder meer in op een zwaarder accent op natuurlijke dynamiek, het praktisch toepassen van doelen en het versterken van de beweging om natuur meer midden in de samenleving te zetten. Nagestreefd wordt dat burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties zich betrokken voelen en verantwoordelijkheid nemen voor natuur, zodat natuur en maatschappelijke activiteiten wederkerig zijn en elkaar kunnen versterken. De samenwerking rond de mosseltransitie en de werkwijze van het Programma naar een Rijke Waddenzee ziet Dijksma daarmee als een belangrijk instrument om de doelen vanuit de Rijksnatuurvisie te realiseren in combinatie met een duurzaam gebruik van de Waddenzee.

Staatssecretaris Dijksma heeft bij haar brief ook het Plan van uitvoering transitie mosselsector (2014-2018) en de Evaluatie Programma naar een Rijke Waddenzee naar de Tweede Kamer gezonden. Deze documenten zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid.