Onderzoek naar bodemdaling moet nauwkeuriger
LEEUWARDEN - De gevolgen van de gaswinning in de Waddenzee voor vogels en bodem- en schelpdieren moeten nauwkeuriger worden gemeten. Dat adviseert de commissie voor Milieu-effectrapportage aan het ministerie van Economische Zaken. De commissie nam het onderzoek dat de NAM deed naar bodemdaling in de Waddenzee onder de loep.
Onderzoekers houden nu vogeltellingen op zogeheten hoogwatervluchtplaatsen in de Waddenzee. Het was de bedoeling dat op basis van die tellingen de ontwikkeling van de vogelstand op die locaties kon worden beoordeeld. Dat is niet gelukt. Ook is niet duidelijk geworden hoe belangrijk foerageergebieden in het gebied waar gas wordt gewonnen zijn voor de wadvogels. De onderzoeksgegevens moeten daarom beter worden afgestemd met de gegevens die er zijn van bodem- en schelpdieren.
Door bodemdaling zouden foerageerplaatsen in de toekomst bijvoorbeeld minder lang droog kunnen vallen. Daardoor komt er mogelijk ander bodemleven of minder goed voedsel beschikbaar voor vogels. Pas als al die gegevens over een langere periode met elkaar worden vergeleken kunnen er goed gefundeerde uitspraken worden gedaan over een eventuele aantasting van de natuur door bodemdaling, stelt de commissie. Door tekortkomingen in de metingen kan dat nu niet.