Meer gewone zeehonden geteld in Waddenzee in 2013
De populaties van de gewone zeehond en de grijze zeehond zijn de laatste twintig jaar sterk gegroeid.
Ondanks het zeehondenvirus, dat in 1988 en in 2002 ongeveer 50% van de gewone zeehonden doodde, is de populatie goed hersteld. Het aantal getelde gewone zeehonden groeide in de Waddenzee in 2013. De tellingen van de grijze zeehond waren in 2013 in de Delta hoger dan het jaar ervoor, maar in de Waddenzee lager.
Oorzaken van achteruitgang gewone zeehond
De aantallen van de gewone zeehond namen af tot ongeveer 1980. De belangrijkste oorzaak hiervoor was aanvankelijk de jacht. In de jaren zeventig kwam daar de verontreiniging door PCB's bij.
In de periode vóór 1959 is de gewone zeehond achteruitgegaan als gevolg van bejaging. Vooral jonge dieren werden bejaagd, omdat hun pels het meeste opbracht. Nadat in 1961 in het Deltagebied en in 1962 in het Waddengebied de jacht op de zeehond was gesloten, trad enig herstel op. Dit herstel was van korte duur. Door een lage reproductie en een grote sterfte daalde de populatie tot een dieptepunt. Verontreiniging door PCB's, de toename van verstoring door beroepsvaart en watertoerisme worden hier als oorzaak gezien. Ook ging de jacht in omliggende gebieden door. Tot 1974 werd er in de Duitse en Deense Waddengebieden nog gejaagd. In Zuidwest-Nederland heeft de uitvoering van de Deltawerken ook nog geleid tot verstoring en verkleining van het leefgebied van de gewone zeehond.