Wageningen UR: Natuurlijk watermanagement

Gepubliceerd op 24 april 2013Civiele werken, Natuur en Landschap, Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Wageningen UR

De Nederlandse dijken mogen dan wereldberoemd zijn, die van onze Oosterburen zijn eigenlijk beter ontworpen. De Duitse dijken – breder, minder steil en groener – passen niet alleen mooier in het landschap, ze maken ook slimmer gebruik van de natuur om de kust te beschermen tegen het wassende water, zo vertelde Jantsje van Loon-Steensma tijdens een workshop bij de Kennisconferentie Deltaprogramma 2013 op dinsdag 23 april in Wageningen.

Golven breken
“De dijken langs het Duitse deel van de Dollard zijn geheel groen, terwijl je aan de voet van de Nederlandse dijken steen en asfalt ziet”, aldus Van Loon-Steensma. “Het flauwe talud van de brede, groene dijken zorgt ervoor dat het terugstromende water de golven breekt. De belasting van de dijken is daardoor minder.”

Dat Nederland ook nadenkt over innovatievere dijken bleek tijdens de Kennisconferentie Deltaprogramma op Wageningen Campus. De waterkeringen van de toekomst moeten niet alleen bescherming bieden tegen de zee, maar ook zo ontworpen worden dat de natuur kan floreren. Die natuur kan op haar beurt weer een nuttige buffer vormen voor het land. Alma de Groot, onderzoeker bij IMARES Wageningen UR, vertelde tijdens de conferentie over haar onderzoek naar kwelders. Op kwelders – ophopingen van sediment voor de kust – groeien zoutminnende planten waar veel insecten, vogels en kleine zoogdieren op af komen. Dit is unieke natuur. Enkele keren per jaar, bij erg hoog water, spoelt het zeewater over de kwelders heen, waarbij een nieuw laagje sediment achterblijft. “De kwelders in de Waddenzee worden daardoor ieder jaar ongeveer een centimeter hoger”, vertelde De Groot. “Ze kunnen dus meegroeien met de zeespiegelstijging.”

Brakke natuur
Over “het creëren van functionele natuurwaarden” sprak ook Maurice Paulissen, van Alterra Wageningen UR. Hij vroeg de mensen in de workshop mee te denken over het ontwerpen van een ‘dubbele dijkensysteem’. Tussen die dijken zou zich brakke natuur kunnen ontwikkelen die een buffer vormt tussen de agrarische gebieden binnendijks en de natuurgebieden buitendijks. “Die dijk is een hele scherpe lijn. Maar er gaat ook kwelwater onder die dijk door. Daardoor wordt de buitendijkse natuur belast met nutriënten van de landbouwactiviteiten binnendijks en hebben de boeren binnendijks te maken met zoute druk van opwellend water.” De brakke bufferzones die van nature al op enkele plaatsen voorkomen, zijn nu vaak ‘waste land’, zei Paulissen. “Boeren dumpen er bijvoorbeeld hun uienschillen. Maar,” zei de onderzoeker, “misschien kun je er nog wel meer mee doen.” Zelf dacht hij aan moerassen die het zilte water zuiveren en bruikbaar maken voor de landbouw. En wellicht zou er biomassa geteeld kunnen worden voor toepassingen in biobased materialen en brandstoffen.

Koppen bij elkaar
De 250 congresgangers waren gevraagd mee te denken over de uitwerking van de tijdens de workshops geopperde ideeën. In totaal waren er 24 workshops, gericht op het bedenken van plannen voor een klimaatbestendig Nederland. In andere sessies werd onder meer gesproken over zoetwaterbeschikbaarheid voor voedselproductie, waterveiligheid, de klimaatbestendige stad, regelgeving en ondernemerskansen. Dankzij dit soort brainstorm sessies komen concrete oplossingen voor een klimaatbestendig Nederland dichterbij.

De Kennisconferentie Deltaprogramma 2013 werd georganiseerd door het onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat en Wageningen UR (University & Research centre).