Kanoet verstrikt in voedselweb
Mauritanië geen tropisch paradijs
De vele kanoetstrandlopers die overwinteren in Banc d’Arguin, een waddengebied in Mauritanië, kunnen daar amper genoeg voedsel vinden. Ze zijn afhankelijk van een complex voedselweb, waar zeegras, zwavelbacteriën en verschillende soorten schelpdieren deel van uit maken. Bioloog Matthijs van der Geest van het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee bracht het voedselweb van dit tropische waddensysteem in kaart. Hij promoveert op 15 november aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De kanoetstrandlopers die Van der Geest bestudeerde trekken jaarlijks van de Banc d’Arguin via de Waddenzee naar hun broedgebieden in Siberië en weer terug. Deze lange tocht is een prestatie van formaat en biologen onderzoeken al jaren hoe de dieren dit voor elkaar krijgen.
Voedselarm
‘Een belangrijke open vraag was waar hun voedsel op de Banc d’Arguin precies vandaan komt’, zegt Van der Geest. Dit relatief kleine waddengebied (500 vierkante kilometer, vergeleken met 2.400 vierkante kilometer voor de hele Nederlandse Waddenzee) tussen de woestijn en de oceaan is voedselarm.
Banc d’Arguin kenmerkt zich door grote velden zeegras. Dat is niet te eten door de schelpdieren waar kanoeten van leven. ‘Maar het zeegras zorgt wel voor organisch afval’, weet Van der Geest. Tijdens de afbraak van dat afval komt sulfide vrij, een voor veel organismen giftige stof. Maar er zijn bacteriën die juist uit deze zwavelverbinding energie halen om daarmee suikers te produceren.