Zeewier haalt zware metalen uit water

Gepubliceerd op 31 mei 2012Milieu, Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Provincie Fryslân

De nieuwe filtermethode waarbij zeewier wordt gebruikt om zware metalen uit water te halen wordt doorontwikkeld. Vier bedrijven en een kennisinstelling gaan dit doen. Het college van Gedeputeerde Staten kent een bijdrage van €199.948,50 aan het project toe. De subsidie is afkomstig uit het Regionaal Innovatie Programma ‘Fryslân Fernijt III’.

Werking

De methode draagt de naam CleanWater Adsorbens. Dit is gebaseerd op het principe waarbij een adsorbens, gemaakt van zeewier, zware metalen uit water aan zich bindt. Het zeewier wordt met zuur en/of base behandeld waardoor het meer metaal absorbeert. Deze methode is een goed alternatief voor de filtermethode met zand en bacteriën. Tijdens de behandelingen wordt een waardevol bijproduct gevormd dat plantengroei stimuleert. De gecombineerde productie van een metaaladsorbens en een plantengroeistimulator is een nieuw idee dat nog niet in laboratoria is onderzocht.

Partners

De bedrijven Feyecon, Algae Biotech CleanWater, Hortimare en Afmitech ontwikkelen deze filtermethode. De bedrijven werken samen met het Centre of Expertise Watertechnology in Leeuwarden.

Proefopstellingen

Het project heeft tot doel om de methode te testen in een aantal proefopstellingen. Eerst komt er een demonstratie-unit. Zo wordt de CleanWater Adsorbens en het bijproduct (plantengroeistimulator) op kleine schaal geproduceerd. Later komt er ook bij de rioolwaterzuiveringsinrichting van Leeuwarden een demonstratieopstelling. Op basis van de resultaten wordt er een grootschalige test in Spanje uitgevoerd.

Europese Kaderrichtlijn Water

Dit project speelt in op de regelgeving van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierin staat beschreven dat de kwaliteit van het water moet verbeteren. In de KRW zijn onder andere nieuwe richtlijnen voor de concentraties van zware metalen opgesteld.

Subsidie

Naast de provincie Fryslân, dragen ook de Europese Unie, het ministerie van EL&I en Samenwerkingsverband Noord-Nederland bij aan het project.