Voedselveiligheid oesters uit de Waddenzee ruim binnen wettelijke normen
De kwaliteit van de Japanse oesters in de Waddenzee blijkt goed, maar omdat er ziekteverwekkende microbacteriën (zoals Vibrio parahaemolyticus) in voorkomen zijn er mogelijk kleine gezondheidsrisico’s.
Wanneer deze risico’s er zijn en hoe groot ze zijn is niet bekend. Op basis van Duitse en Nederlandse data blijkt dat het risico zeker in de wintermaanden (en dus rond Kerst) laag is. Het advies van onderzoeksinstituten, waaronder IMARES Wageningen UR, is derhalve de berichtgeving over mogelijke actuele risico’s goed in de gaten te houden of oesters te kopen via een gecontroleerd bedrijf.
Japanse oesters komen sinds hun introductie in de zeventiger jaren steeds meer voor in de Nederlandse en Duitse Waddenzee. Dit betekent een kans voor nieuwe visserij, verzamel- of kweekactiviteiten. Eind 2009 waren de eerste rapers al commercieel actief. Samen met Duitse onderzoeksgroepen heeft IMARES Wageningen UR de Waddenzee in 2010 en 2011 gemonitord op voedselveiligheid.
Op 13 december 2012 vond een afsluitend congres plaats van een vijfjarig onderzoeksproject naar veiligheid, het project Interreg SafeGuard. Meer dan twintig verschillende Duits-Nederlandse groepen deden veiligheidsonderzoek op diverse gebieden, waaronder onderzoek naar de voedselveiligheid van producten uit de Waddenzee. Imares-onderzoeker Marnix Poelman en de Duitse onderzoeker Sven Rahmsdohr (Landesamtes für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit) presenteerden op dit congres de resultaten van hun gezamenlijke bevindingen.
In Nederland verzamelden de onderzoekers Japanse oesters en mosselen op acht verschillende locaties in de Waddenzee in maart, april-juli en september in 2010 en december in 2010 en 2011. Deze monsters werden onderzocht op zware metalen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs), en polychloorbifenyl (PCB’s) en op ziekteverwekkende microbacteriën als Norovirus, E. Coli, Vibrio sp., Champylobacter en Clostridium.
De gehaltes aan metalen (o.a. chroom, nikkel, lood en kwik) en PAK’s in de geanalyseerde oesters en mosselen waren zeker niet verontrustend. De onderzochte mosselen en oesters waren geschikt voor consumptie en vormden geen gevaar voor het milieu. De hoeveelheid E.coli bacteriën bleef (vaak ruim) onder de wettelijke norm. De onderzoekers stelden wel in diverse monsters oesters en mosselen, zowel uit de Nederlandse als uit de Duitse Waddenzee, de aanwezigheid vast van de bacteriën Vibrio parahaemolyticus en Vibrio alginolyticus.
V. parahaemolyticus werd voornamelijk in de zomer aangetroffen en niet in de winter en niet in het vroege voorjaar. V. parahaemolyticus kan epidemieën van voedselvergiftiging veroorzaken. Dit is voornamelijk in Azië en Amerika het geval. In de Waddenzee betreft het lage gehalten aan Vibrio’s, waardoor de risico’s waarschijnlijk beperkt zijn.
Rond de kerstdagen wordt geen risico verwacht. Het wordt echter aangeraden om bij het rapen of consumeren van oesters vooral de actuele berichtgeving te raadplegen of via gecontroleerde bedrijven oesters te kopen. Er wordt ruim voldaan aan de wettelijk gestelde normen. De bevoegde autoriteiten zijn inmiddels op de hoogte gesteld over resultaten van het onderzoek.