Rondetafeloverleg Duitsland over garnalenvisserij
Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Duitse ministerie van Voeding, Landbouw en Consumentenbescherming hebben tijdens een rondetafelgesprek in Bonn afspraken gemaakt over de garnalenvisserij. Het gesprek ging over maatregelen om de marktpositie van de garnalenvissers te verbeteren en de afzet van Noordzeegarnalen te stimuleren.
Robert Kloos (staatssecretaris van het Duitse ministerie van Landbouw): "Wij nemen de problemen van de garnalenvissers serieus. Marktstabilisering kan alleen gezamenlijk worden bereikt".
Slechte situatie garnalenvissers
Bij het gesprek waren ook de betrokken deelstaten Nedersaksen en Sleeswijk-Holstein en de vertegenworodigers van de visserij en van de georganiseerde garnalenvisserij aanwezig. Door de sterke prijsdaling is de economische situatie van de garnalenvissers in Nederland en Duitsland de afgelopen maanden verslechterd.
Evenwicht vraag en aanbod
Duitsland en Nederland zijn het erover eens dat de sector vrijwillig en op eigen initiatief vraag en aanbod in evenwicht zou moeten brengen. Duitsland en Nederland willen transparantie op de markt - gelet op de grote prijsschommellingen - voor garnalen bevorderen. Daarnaast moet bekeken worden hoe de afzet van Noordzeegarnalen verbeterd kan worden. Beide landen beloofden steun aan de visserijsector door middel van hun wetenschappelijke instituten. Daarbij moet het vooral gaan om de verdere ontwikkeling van de afzetmogelijkheden.
"Wij hebben hiervoor in Nederland al opdracht gegeven voor een project", zei dr. Hans Hoogeveen, Directeur-generaal Agro bij het Nederlandse ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Ook het Duitse Visserij-Informatiecentrum (FIZ) zal samen met de vissers zoeken naar verbeterde mogelijkheden voor de afzet.
Staatssecretaris Kloos riep bovendien de producentenorganisaties op om volop gebruik te maken van de mogelijkheden die het EU-visserijbeleid biedt. Begin mei heeft het Duitse ministerie van Landbouw het aantal voor premie in aanmerking komende stilligdagen, waarvoor aan de visserijondernemingen een sociale premie kan worden uitgekeerd, verhoogd van 40 tot 50 dagen. De daarvoor benodigde middelen zijn uit de nationale begroting beschikbaar gesteld.