'Opmars Japanse oester veroorzaakte geen grote schade'

Gepubliceerd op 12 april 2011Natuur en Landschap, Onderzoek en MonitoringAangemaakt door www.mo.be

BERLIJN - Meer dan dertig jaar na zijn introductie in de Golf van Biskaje is de Japanse oester, ook bekend als de creuse, alomtegenwoordig aan de noordelijke kusten van Europa. Hij is nu onder meer in België en Nederland te vinden. Maar de invasie heeft geen grote schadelijke gevolgen gehad, zeggen experts.

In de jaren zeventig hebben Franse oesterkwekers de Japanse oester (Crassostrea gigas) in de Golf van Biskaje geïntroduceerd. Ze wilden de oesterteelt diversifiëren en zo de commerciële oesterindustrie vooruithelpen.

Door de opwarming van het water in het noordelijke deel van de Atlantische oceaan, is de Japanse oester nu ook veel noordelijker te vinden, tot in België, Nederland, Duitsland en Ierland.

De Japanse oester verschilt van de Europese platte oester (Ostrea edulis) door zijn ovalen, grillige vorm. Door zijn stevige structuur heeft hij een plaats veroverd in Noord-Europese wateren, waar hij met lokale soorten rivaliseert.

Maar in tegenstelling tot andere invasies van exotische soorten lijkt de Japanse oester andere soorten nieuwe kansen te hebben gegeven en te hebben bijgedragen tot een diversifiëring van de fauna en flora van de noordelijke Atlantische Oceaan en de Baltische Zee.

"De Japanse oester heeft zich perfect aangepast aan onze regio", zegt Achim Wehrmann, geoloog van de afdeling mariene onderzoek van het Senckenberg-onderzoeksinstituut in Wilhelmshaven, aan de Duitse kust van de Waddenzee. Volgens Wehrmann is de Japanse oester voor het eerst in de Waddenzee gesignaleerd in 1998. Dertien jaar later worden er 15.000 ton oesters per jaar geoogst.

Volledig artikel op website Mo.be