Geboortegolf schelpdieren op het wad
Onzichtbaar op het eerste gezicht, toch stikt het momenteel van het nieuwe leven op het wad. Op allerlei plekken hebben onderzoekers en gidsen heel veel kleine schelpdiertjes op droogvallende wadplaten gevonden. Kokkels, zwaardschedes en strandgapers! Natuurlijk zal niet alles volwassen worden, maar dit is zeker goed nieuws voor wadvogels. Die zijn dol op schelpdieren!
Broed
Wanneer schelpdieren maar enkele millimeters klein zijn, worden ze broed genoemd. Het zijn al complete dieren,met schelp en al, alleen nog heel klein. Ze zijn ook erg kwetsbaar omdat ze helemaal onbeschermd op de zeebodem liggen en een erg breekbare schelp hebben. Als ze volwassen zijn leven kokkels, zwaardschedes en strandgapers allemaal in de bodem, hun slurf is dan lang genoeg om toch uit het water te kunnen eten. Hoe groter je bent, hoe dieper je kunt zitten.
Westelijke Waddenzee
Het piepkleine schelpengrut is gevonden op het Balgzand bij Den Helder en op het wad aan de noordkant van Texel. Hoe het op andere plaatsen in de Waddenzee zit is nog niet bekend. Overleven op de wadplaten is geen makkelijke klus! Volgens NIOZ-onderzoeker Rob Dekker zullen de jonge zwaardschedes de winter waarschijnlijk niet overleven. Meestal vriezen ze dood of worden ze opgegeten. Rob ontdekt eens in de paar jaar veel jonge strandgapers en kokkels op het Balgzand en daar zijn ook veel oudere dieren te vinden. Dus ook al gaan er heel veel dood, er zijn er ook altijd genoeg die het overleven.
Schommelingen
In het ene jaar zijn er meer jonge schelpdieren dan in het andere. Wetenschappers zien dat er in het voorjaar na een koude winter vaak veel broed is. Dit heeft te maken met de temperatuur van het water. Vijanden van de jonge schelpdieren, zoals garnalen, houden niet van koud water. In de winter trekken deze dieren dus naar de Noordzee, waar het in dieper water ietsje warmer is. Voordat de Waddenzee in het voorjaar na een koude winter genoeg is opgewarmd voor de garnalen, hebben de jonge schelpdieren al een stevig schelpje kunnen vormen. Dan kunnen ze minder makkelijk opgegeten worden en blijven er dus veel meer leven.