Rups zorgt ook voor irritatie op de wadden

Gepubliceerd op 9 juni 2010Natuur en Landschap, OverigAangemaakt door Friesch Dagblad

Bastaardsatijnrups houdt duingebied in zijn greep

TERSCHELLING - De bastaardsatijnrups heeft een gunstige winter achter de rug, zodat hij nu in groten getale in bijna het hele Nederlandse duingebied zit. Ook op Terschelling en Vlieland zijn er lokale haarden van de beestjes, en zorgen hun irriterende haartjes voor overlast bij mensen.

De bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea) legt haar eitjes voor de winter, voornamelijk in dichte spinsels op de duindoorn als waardplant. In het voorjaar komen de rupsen uit. Afgelopen winter is relatief droog geweest, en het sneeuwdek dat er wekenlang lag heeft als een isolerende deken gewerkt. Zodoende zijn er weinig eitjes verschimmeld of doodgevroren. De afgelopen weken komen er uit het hele Nederlandse duingebied meldingen van behoorlijke kolonies rupsen, die soms ook het strand op kruipen. De rupsen hebben zowel lange haren als brandhaartjes van nog geen millimeter lang. Die laatste kunnen voor de mens irriterend zijn voor oogslijmvliezen, huid en luchtwegen. De ogen kunnen opzwellen, en gaan verschrikkelijk jeuken. De zwelling verdwijnt vrij spoedig, maar de jeuk kan dagen aanhouden.

De gemeente Den Haag vaardigde afgelopen weekend een waarschuwing uit, en spreekt van een plaag in het Haagse en Scheveningse duingebied. Zo ver gaat Freek Zwart, boswachter op Terschelling, niet. "Er is geen sprake van een grote plaag. Lokaal worden er op het eiland wel heel veel bastaardsatijnrupsen aangetroffen."

Paal 16
Vooral op de kalkrijke stukken grond langs het strand, waar veel duindoorn groeit, wordt de rups aangetroffen. Waar ze over het zand hebben gekropen, hebben ze niet direct zichtbare haartjes achtergelaten.

Er zijn meldingen van overlast bij Paal 16; excursiegangers naar de Noordkaap kwamen ook terug met bastaardsatijnklachten. De klachten kunnen de hele maand nog optreden. Dan verpoppen de rupsen, om in juli uit te vliegen als vlinder.
De Wageningen Universiteit vraagt mensen hun waarnemingen te melden op www.insectenweb.nl/NL.

Artikel op website Friesch Dagblad