Rijksoverheid moet werelderfgoederen beter erkennen
De Rijksoverheid moet de Nederlandse werelderfgoederen beter erkennen. Dat is de mening van Willem ridder van Rappard, aftredend voorzitter van het Platform Werelderfgoed Nederland. Volgens Van Rappard is Nederland veel te bescheiden in de erkenning, waardoor veel Nederlanders niet eens iets afweten van de Nederlandse werelderfgoederen.
Op de lijst van werelderfgoederen van UNESCO staan acht Nederlandse erfgoederen. Dat zijn historisch Willemstad op Curacao, Schokland in de Noordoostpolder, de Stelling van Amsterdam, de molens van Kinderdijk, het Ir. D.E Woudagemaal bij Lemmer, de droogmakerij Beemster, het Rietveld Schröderhuis in Utrecht en de Waddenzee. Op die erfgoederen mag Nederland best trots zijn, maar de Rijksoverheid doet niet veel met die trots. Waar in het buitenland erfgoederen worden gekoesterd, wordt in Nederland amper aandacht besteed aan de erfgoederen.
Nu worden de erfgoederen in Nederland beheerd door gemeenten, provincies en stichtingen, de zogenoemde siteholders. Van Rappard zou graag zien dat de Rijksoverheid ook financieel een steentje bijdraagt. Daarbij denkt hij onder meer aan voorrang bij de subsidieverdelingen, aangezien de erfgoederen nu concurreren met gewone' monumenten.
Gelezen op: www.profnews.nl
Lees meer over Waddenzee Werelderfgoed op deze site.