Deelprogramma Kust van Deltaprogramma van start

Gepubliceerd op 12 mei 2010Civiele werken, Klimaatverandering, Natuur en Landschap, Overheid, Sociaal-economischAangemaakt door Ministerie Verkeer en Waterstaat

'Ingrijpen bij Katwijk kan baggeren betekenen in IJmuiden'

Aan de 350 kilometer lange Nederlandse kuststrook van de Zeeuwse eilanden tot Schiermonnikoog wonen miljoenen mensen en zijn duizenden bedrijven gevestigd. Op 12 mei is de aftrap gegeven van het plan van aanpak van het Deelprogramma Kust van het Deltaprogramma. Het plan moet ervoor zorgen dat mensen tot 2100 en ver daarna veilig en prettig kunnen wonen en werken in het kustgebied. 'Ja, het is veilig achter de kust. Maar de veiligheidsnormen van 1953 zijn niet meer van deze tijd. Er wonen nu enkele miljoenen mensen meer, er zijn duizenden bedrijven meer dan toen en er is grote behoefte aan meer ruimte. Voeg daar klimaatverandering en zeespiegelstijging aan toe en onze opdracht is duidelijk'. Aan het woord is Emmy Bolsius, directeur van het Deelprogramma Kust van het Deltaprogramma.

Het Deelprogramma neemt de kust als geheel en bekijkt met die bril op hoe per gebied de veiligheid is te waarborgen terwijl de ruimte zo goed mogelijk wordt benut en mogelijk zelfs wordt uitgebreid. Op 12 mei vindt de aftrap plaats van de uitvoering van Deelprogramma Kust. In Rijswijk bestuderen betrokken bestuurders, beleidsmakers en politici van provincies, gemeenten, waterschappen en Rijk het plan van aanpak van het Deelprogramma en verfijnen het waar nodig. Het plan van aanpak is gebaseerd op het advies van de Deltacommissie uit 2008 en de uitwerking ervan in het Nationaal Waterplan.

Handig ruimtegebruik door toename veiligheid. De taak van het Deelprogramma loopt langs drie sporen. De eerste is veiligheid - de kust moet versterkt worden om de komende honderd jaar maar ook daarna de miljoenen mensen in het achterland en het geïnvesteerde kapitaal van zo’n 1500 miljard euro veilig te stellen. Ook als de zeespiegel met meer dan dertig centimeter zou stijgen binnen enkele decennia, zoals sommige scenario's voorspellen. Bolsius: 'Dat lijkt ver weg, 2100, maar 1953 is ook alweer bijna zestig jaar geleden'. Het tweede spoor - het benutten van ruimte- sluit hier mooi op aan. Gebruik bij kustversterking de ruimte aan de landzijde dusdanig dat veel meer mensen en functies ervan profiteren. Zo kan kustversterking helpen om de almaar grotere druk op de ruimte te verlichten. Hier is echter wel aanvullend onderzoek voor nodig. Het Deelprogramma Kust wil bekijken of het bijvoorbeeld wenselijk en haalbaar is de kust verder uit te breiden. Spoor drie wil antwoorden geven op vragen over bijvoorbeeld gevolgen van ingrepen. Bolsius: 'Om een goed beeld te krijgen van de effecten van ingrepen, beschouwen we de kust als één aaneensluitend gebied. Concreet: als Katwijk een marina wil, een luxe jachthaven, moeten we weten wat de gevolgen hiervan zijn voor IJmuiden en het Noordzeekanaal. Het aanleggen van een marina betekent bijvoorbeeld dat er een pier in zee moet komen, waardoor noordwaarts waarschijnlijk meer zand wordt afgezet. Dat kan gunstig zijn, maar een haveningang moet wel open blijven - dus dan moet er misschien worden gebaggerd bij IJmuiden.'

Geulwandsuppletie. Onderzoek is ook nodig om te weten welke suppletietechniek de beste is en waar die het best is in te zetten. Bolsius: 'Voor de kust van Zuid-Holland wordt geëxperimenteerd met de zandmotor. Wij kijken ernaar met ogen op steeltjes, want, kunnen we het systeem ook elders toepassen? Er zijn zoveel manieren van suppleren. Bij de Westerschelde worden onder water geulwanden gesuppleerd om de wanden veilig te houden. In de kop van Noord-Holland heb je het Marsdiep - 55 meter diep! Hoe houden we het daar sterk? Misschien biedt die Westerschelde methode wel uitkomst.'

Zandmotor. De Zandmotor is een grote hoeveelheid zand (20 miljoen kuub) die vlak voor de Delflandse Kust in zee wordt aangebracht. Wind, golven en zeestroming verspreiden het zand langs de kust. Zo groeit de kust in zeewaartse richting op natuurlijke wijze aan.

Boulevard plus

Veiligheid staat bovenaan en is leidend. 'Logisch', zegt Bolsius. 'Als we die niet eerst garanderen, is alles wat je daarna doet onnodig.' Voorheen werkzaam bij VROM geeft Bolsius een extra impuls aan het efficiënt inrichten van het veiliger maken van de kust. 'Meekoppelen aan de landkant van de kust, noemen we dat in jargon. Concreet: acht van de tien kustgebieden in Nederland zijn bestempeld als prioritaire 'zwakke schakel'. Zwakke schakel wil zeggen dat ze tussen nu en 2020 niet meer bestand zullen zijn tegen een storm, zoals die gemiddeld eens per 4000 jaar (Zeeuwse kust) of 10.000 jaar (Hollandse kust) plaats vindt. Deze schakels moeten voor 2015 zijn verbeterd en sommigen zijn al klaar. Één ervan is de boulevard in Scheveningen. Er is een enorme hoeveelheid zand gesuppleerd. Om de veiligheid van Scheveningen voor de komende vijftig jaar te garanderen, wordt de boulevard versterkt - én heringericht'.

Het is een ingenieus staaltje vakmanschap. De Scheveningse kust wordt versterkt met een (onzichtbare) dijk in de boulevard, die een waterhoogte moet kunnen keren die gemiddeld eens in de tienduizend jaar voorkomt. Op het strand voor de dijk, en onder water komt extra zand. Zo ontstaat een breder en hoger strand. Het extra zand breekt de kracht van de golven, waardoor de dijk erachter minder hoog hoeft te zijn en het uitzicht op zee behouden blijft. De nieuwe boulevard krijgt een golvend verloop dat de oude historische kustlijn volgt en waarin met niveauverschillen hoge en lage delen worden aangelegd. Fietsers en skaters krijgen meer ruimte en het autoverkeer wordt beperkt. Bolsius: 'Dit is een fantastisch voorbeeld van kustversterking die gecombineerd wordt met ruimtelijke inrichting. De openbare ruimte wordt verbeterd, het strand wordt beter bereikbaar. De boulevard trekt investeerders en zorgt voor een impuls aan toerisme en recreatie'.

Meer informatie over het Deelprogramma Kust is te vinden op www.deltacommissaris.nl