Waddenwelzijn in kaart gebracht
De Waddenacademie buigt zich in Rotterdam over de integrale Kennisagenda. René Jorna, hoofd van de vakgroep sociale wetenschappen aan de Fryske Akademy, licht toe hoe het staat met het Waddenwelzijn.
LEEUWARDEN - Als hoogleraar aan de faculteit economie en bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen, specialiseerde René Jorna zich al in (sociale) duurzaamheid. Hij begeleidde een viertal onderzoekers die promoveerden op dit onderwerp en werkte mee aan het boek Duurzame Innovatie dat in 2004 uitkwam. Sinds 1 april werkt hij vier dagen per week op de Fryske Akademy en is hij als hoogleraar kennismanagement nog een dag verbonden aan de universiteit.
Het begrip duurzaam wordt volgens hem nog te veel verward met langdurig. Bovendien ligt de nadruk op ecologische ontwikkelingen, terwijl er ook een sociale kant is. "Je kunt niet alleen naar die natuur kijken. Waar ik op let, is wat individuen of groepen met de natuur doen. Ecologisch zwak handelen is een gevolg van menselijk handelen. Je moet er zodanig mee omgaan dat ook de mensen na jou er nog in kunnen leven. Duurzaam wil zeggen dat een systeem in evenwicht is met zijn omgeving."
Of even wat korter door de bocht: "Ecologie is leuk, maar het zal de natuur een rotzorg zijn of wij als mensheid voortbestaan. Terwijl het ons natuurlijk wel wat uitmaakt." Tenminste dat mag je veronderstellen, maar Jorna houdt zijn hart vast. Wat de aarde in miljoenen jaren heeft opgebouwd aan aardgas, olie en steenkool, maken wij in driehonderd jaar op. "Dus als je geen windmolen in je tuin of zonnecollector op je huis wilt, dan moet je over vijftig jaar ook niet zeuren als er geen energie meer is", vindt Jorna, die het vergelijkt met donoren. "Wil je geen donor zijn, dan moet je ook niet piepen als je een hartkwaal krijgt en er geen hart voor je beschikbaar is."
Friesland heeft op dit moment een aantal problemen op het gebied van sociale duurzaamheid, stelt Jorna. De bevolking tussen de twintig en vijftig jaar is er ondervertegenwoordigd. Twintigers trekken voor werk of studie naar het westen van het land en keren slechts mondjesmaat terug als ze zestig zijn. De provincie mist hierdoor vitale levenskracht. Kennis en denkkracht wordt aan de provincie onttrokken. "Op lange termijn ben je dan niet duurzaam bezig." Bedrijven kunnen hier ook wat aan doen, maar dan rijst weer de vraag of het vestigingsklimaat in Friesland wel geschikt is. "Wetsus is een goed voorbeeld. Het is een onderzoeksinstelling met hoogwaardige technologie waarvan een groot deel van de medewerkers woont en werkt in Friesland."
Ook bij de kassen van kwekerij Hartman in Sexbierum kwam Jorna al ideeën tegen. Het bedrijf wil gebruik maken van de aanwezige geowarmte, maar krijgt dat moeilijk van de grond vanwege bestaande regelgeving. "Waarom doet niemand wat met dat idee, denk ik dan."
Voor zijn onderzoek naar sociale duurzaamheid in het Waddengebied, het zogenaamde Waddenwelzijn, kwam Jorna bij Hartman terecht. In totaal voerde hij tot nu toe achttien gesprekken in het gebied tussen Den Helder en Nieuweschans. Ook met gedeputeerden of bijvoorbeeld de directeur van het Samenwerkingsverband Noord- Nederland (SNN). Daarbij stuitte Jorna op een aantal zorgwekkende ontwikkelingen vooral op het gebied van landbouw, toerisme en wonen.
Zo vraagt hij zich af of de schaalvergroting in de landbouw ongebreideld door kan gaan, stelt hij vast dat verschillende besliscentra van grote bedrijven zoals Friesland Campina en de KPN niet meer in het Noorden zitten, dat er ontvolking optreedt en hoorde hij dat de eilanden meer moeten differentieren in het toeristisch aanbod.
De uitkomsten van het onderzoek moeten uiteindelijk leiden tot concrete projecten op de onderzoeksagenda van de Waddenacademie. Als voorbeeld van te onderzoeken projecten noemt Jorna het aanleggen van een brugdijk tussen het vaste land en een Waddeneiland of het bouwen van geheel nieuwe steden volgens ecologisch en sociaal duurzame principes.
Lees meer over de kennisagenda van de Waddenacademie