Een sterk merk
Deze week wordt duidelijk of het Nederlands-Duitse deel van de Waddenzee straks in één rijtje komt te staan met wereldwijd vermaarde bezienswaardigheden als de Taj Mahal in India, de Grand Canyon in de VS, de Kilimanjaro in Tanzania en het Alhambra in Spanje.
In het Spaanse Sevilla valt het besluit of het getijdengebied zo uniek is dat het een plaats verdient op de Werelderfgoedlijst. Aan het zogeheten Werelderfgoedcomité van de Unesco is de taak om vast te stellen of het gebied zo uniek is, dat het dat predicaat verdient. Op de lijst staan al zeven bouwwerken in Nederland en Curaçao. De Waddenzee zou echter het eerste Nederlandse natuurgebied zijn dat tot werelderfgoed wordt verheven. De aanwijzing is bovendien van veel groter belang dan eerder bij de Nederlandse bouwwerken, omdat het predicaat voor de Waddenzee economisch veel beter is uit te buiten. De regio heeft al een traditie van toerisme die veel verder kan worden uitgebouwd als in Sevilla een positief besluit valt.
De Werelderfgoedlijst is als het ware een sterk merk, dat alom vertrouwen wekt. Als de Waddenzee een plekje erop is gegund, zal het mondiaal aandacht krijgen als een bijzonder gebied dat een bezoek waard is. Dat zal zeker van ver bezoekers trekken. Uiteraard vraagt dat om waakzaamheid dat een opbloei van het toerisme de natuur niet schaadt. Te meer omdat een erkenning niet leidt tot strengere regels ter bescherming van het milieu.
Die verzekering van het ministerie van natuurbehoud heeft ook partijen en bewoners enthousiast gemaakt, die vreesden dat het predikaat ten koste van woongenot en economische groei zou gaan. Het ministerie heeft de voordracht dan ook gedaan in de wetenschap dat er een breed draagvlak voor is. Een eventueel besluit dat de wadden daadwerkelijk werelderfgoed worden, kan dan ook op een unaniem warm onthaal rekenen. Het zou mooi zijn als dat enthousiasme wordt beloond, en de Waddenzee na deze week wereldwijd roem verwerft als werelderfgoed.