SBE: groei chemiepark als antwoord op krimp in regio Delfzijl
DELFZIJL - Op het chemiepark in Delfzijl moet in de toekomst ruimte blijven voor uitbreiding. Daar dringen de zittende ondernemers op aan in een brief aan B en W.
Uit een signaal van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) maakt het bestuur van de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) op dat de provincie een grotere uitbreiding van het chemiepark wil toestaan dan de gemeente Delfzijl. "Prognoses van de provincie gaan uit van een 'optimale invulling' voor chemie op Oosterhorn. Op verzoek van de gemeente Delfzijl is deze prognose echter neerwaarts bijgesteld. De gemeente neemt niet een optimale invulling als uitgangspunt, maar een 'reële invulling'", aldus de brief.
Voorzitter Cor Zijderveld laat weten dat SBE hierover haar ongenoegen heeft geuit aan de gemeente. "Voortdurend wordt er ach en wee geroepen over krimp. Nieuwe industriële bedrijvigheid is bij uitstek een manier om deze neerwaartse spiraal om te buigen", meent hij. Zijderveld schrijft de neiging van de gemeente om de prognoses te temperen toe aan de plannen om het centrum op te krikken. "Maar er kan geen sprake van zijn dat het chemiepark op slot wordt gezet."
PvdA-wethouder Roel van der Molen laat weten dat de gemeente er zeker niet op uit is Oosterhorn 'op slot' te zetten. "Ook wij gaan uit van groei van het aantal bedrijven." De kwestie kwam volgens hem aan de rol doordat er beleid moet worden ontwikkeld voor vervoer van gevaarlijke stoffen. "De provincie wilde op een gegeven ogenblik wel heel veel transporten van chemische stoffen over weg en spoor toestaan. Die cijfers waren niet reëel. Ook ProRail zei tegen ons: wat de provincie wil, kan het bestaande spoor niet aan." Dat was reden de prognoses bij te stellen. Met SBE en provincie komen wij eruit."