Nadere studie naar hoger IJsselmeerpeil

Gepubliceerd op 23 december 2009Klimaatverandering, Natuur en Landschap, Onderzoek en Monitoring, Overheid, Sociaal-economischAangemaakt door Leeuwarder Courant

DEN HAAG - Het kabinet neemt meer tijd voor een besluit over een hoger waterpeil in het IJsselmeer. Peilaanpassing wordt een jaar opgeschoven naar 2013. Ook de wenselijkheid van een rigoureuze verhoging met maximaal anderhalve meter na het jaar 2035 zal nader worden onderzocht.

Staatssecretaris Tineke Huizinga (Christenunie, verkeer en waterstaat) komt met de onderzoeken enigszins tegemoet aan brede kritiek op een veel hoger IJsselmeerpeil. De bezwaren richtten zich bij de presentatie van het Deltaplan van de commissie Veerman, vorig jaar september, vooral op de gevolgen van een verhoging van anderhalve meter. Dat zou grote consequenties hebben voor de kustplaatsen, maar ook voor de natuur. Zo zouden de buitendijkse waarden die bij It Fryske Gea in beheer zijn, verdrinken. In het vervolgonderzoek houdt Huizinga vast aan de eis, dat het IJsselmeerwater deze hele eeuw onder vrij verval op de Waddenzee kan worden gespuid. Hiervoor moet het zoetwaterbekken altijd een hoger peil hebben dan de zee.

Huizinga vindt dat het IJsselmeer in de toekomst genoeg zoet water moet herbergen om niet alleen de omgeving, maar heel West-Nederland te kunnen 'doorspoelen'. Zij is naar aanleiding van geuite bezwaren wel bereid naar alternatieve buffers te zoeken. De staatssecretaris blijft bij ontkoppeling van het Markermeer en het IJmeer, die de dans van peilverhoging op die manier ontspringen. In dit watergebied van 75.000 hectare mag 1500 hectare worden bedijkt voor uitbreiding van onder andere Almere en Amsterdam.