Lichte achteruitgang bij Friese musea
LEEUWARDEN. Waar het Princessehof en het Fries Museum in Leeuwarden duidelijk meer bezoekers trokken dan vorig jaar, was er over de hele provincie sprake van een lichte achteruitgang vergeleken met het topjaar 2008.
Als mogelijke oorzaak noemt museumconsulent Mirjam Pragt het mooie weer op momenten dat er veel activiteiten waren.
Tevreden is men op Ameland waar de vier musea gezamenlijk 90.000 bezoekers trokken. Dat grote aantal was te danken aan twee nieuwe musea, het Natuurcentrum in Nes en het Maritiem Centrum in Hollum die in april opengingen. Het Fries Landbouwmuseum in Earnewâld, dat eind juni zijn deuren opende, trok 20.000 bezoekers.
Van de andere musea in de provincie was het Jopie Huismanmuseum in Workum met 50.000 bezoekers - evenveel als vorig jaar - de grootste publiekstrekker. Het Koninklijke Eise Eisingaplanetarium in Franeker trok 45.000 mensen. Het Natuurmuseum Fryslân ontving 37.500 mensen, Museum Belvédère in Heerenveen kende een lichte groei naar 39.000. Het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek (23.200), Museum Joure (21.900) en ’t Fiskershúske in Moddergat (13.500) kwamen ongeveer op hetzelfde cijfer uit als vorig jaar, Museum Martena in Franeker en het Hannemahuis in Harlingen trokken beide 10.000 bezoekers.