Heel veel Zeehonden
Door Halbe Hettema, Leeuwarder Courant.
In de zeehondencrèche van Lenie't Hart in Pieterburen zitten op dit moment 170 zeehonden, waarvan 166 jongen van de gewone soort en 4 grijze. De meeste van deze dieren lijden aan een longworminfectie. Nog nooit zat de crèche zo vol, meldt 't Hart de laatste weken. Zeehondenopvang staat al jaren ter discussie. Ethiek en ecologie spelen daarin een rol. Wie er ook gelijk heeft, de vraag of het aantal opgevangen dieren van nu werkelijk extreem is, wordt wat minder heftig met de nieuwste cijfers van het totale aantal zeehonden in de Waddenzee. Het zijn er meer dan 24.000, volgens tellingen in de zomer. Nooit eerder waren het er zoveel, meldt de Trilateral Seal Expert Group (TSEG), die jaarlijks rapporteert wat er van Den Helder tot aan Esbjerg aan zeehonden leeft.
Het lijkt logisch: hoe meer dieren er zijn, hoe meer er ook ziek raken. Duidelijk is in ieder geval dat er geen sprake is van een drama zoals zich dat in de afgelopen twee decennia twee keer afspeelde toen een virus duizenden zeehonden het leven kostte. Sterker, nog steeds zit er groei in de populatie van de Waddenzee. Met 21.571 gewone zeehonden zijn er dit jaar 1300 meer geteld dan vorig jaar. Na de laatste epidemie is het enorm hard gegaan. Er waren toen nog net iets meer dan 10.000 over. Dat aantal is inmiddels dus ruim verdubbeld. En ga eens vergelijken met 1992, ten tijde van de eerdere virusuitbraak. Toen waren er geen 5000 meer over in de hele Waddenzee.
De toename vlakt nu wel wat af, signaleren de tellers. De laatste drie jaren zat die gemiddeld nog op 12,4 procent, terwijl het nu met 6,5 procent ophoudt. Toch is de ecologische draagkracht van de Waddenzee voor de zeehond nog niet bereikt, volgens de onderzoekers. Ze leiden dat af uit het aandeel jongen van de totale populatie. Dat waren er 5448, 25,3 procent van het totaal. Het was maar een fractie minder dan vorig jaar, toen het aandeel pups op 25,4 procent uitkwam. De onderzoekers die in de zomer op gelijke dagen in zowel Denemarken en Duitsland als in het Nederlandse deel van de Waddenzee telden, hebben per regio de aantallen uitgesplitst.
In Denemarken waren 490 van de 3.063 getelde zeehonden jonge dieren, in Sleeswijk-Holtein waren dat 2263 op een totaal van 6880, in de regio Nedersaksen/ Hamburg 1446 op 5289 en in Nederland 1249 op 6339. De gewone zeehonden moeten in de Waddenzee tegenwoordig grijze zeehonden naast zich dulden. Die soort heeft de groei er nog behoorlijk in, met een plus van 26 procent in het afgelopen jaar. Er zijn er nu 2756 van. Gewone en grijze zeehonden samen komen zo op meer dan 24.000 uit.
Met zo'n stand kan de zeehond wel een stootje hebben, al is het wel van belang het verloop van de ziekte onder de jonge dieren te volgen. Het deels door het rijk gefinancierde en door Pieterburen uitgevoerde onderzoek naar de oorzaak van de infectie is daarom nuttig.
Lees meer over montioring van zeehonden op waddenzee.nl