Woede op wad fout geadresseerd
Het is begrijpelijk dat in kringen rondom de Zeeuwse mosselvissers woede heerst. Maar moet die zich vooral op de Waddenvereniging richten ?
Drie bussen vol Zeeuwen vroegen eerder deze week in Den Haag opnieuw aandacht voor de mosselbranche, die door een uitspraak van de Raad van State op apegapen ligt. De vissers en hun sympathisanten zijn kwaad. Hun broodwinning loopt ernstig gevaar, de toekomst is ongewis. Dat geldt bijvoorbeeld voor Anouk Sinke. De dertienjarige vmbo-scholiere uit Yerseke komt uit een vissersfamilie. Pa doet in mossels, ma in oesters. Een aantal ooms zitten in het bedrijf en zelf wil ze later ook vissen. Samen met andere scholieren startte ze een handtekeningenactie. De woede richt zich vooral op milieuclubs als de Waddenvereniging.
Terecht? Op het eerste gezicht wel. Het was immers onder andere deze organisatie uit Harlingen die naar de Raad van State was gestapt. De Waddenvereniging heeft haar zaakjes goed voor elkaar. Zij kent de wetten en regels, weet waar de lacunes zitten, is strijdvaardig en aarzelt niet bij de rechter haar gelijk te halen. Gelijk halen betekent hier: opkomen voor natuurherstel en -behoud in het kwetsbare waddengebied.
Niet alleen de mosselvissers stuiten op de Waddenvereniging. Ook energiereus Nuon, die in de Eemshaven een centrale wil bouwen, en waterbedrijf Vitens, dat op Vlieland extra water wil winnen. Maar het zijn niet primair de mosselvissers, Nuon en Vitens waarmee de Waddenvereniging knokt. De werkelijke tegenspeler van de natuurclub is de overheid. Die heeft immers de regels opgesteld waarover de Waddenvereniging bij de bestuursrechter het gevecht aangaat.
Kamerleden van CDA (Ad Koppejan) en VVD (Janneke Snijder) trokken deze week bij het Zeeuwse protest het boetekleed aan. Het is regering en parlement tot nu niet gelukt houdbare kaders te stellen voor zowel de mossels (natuur) als de vissers (economie). De overheid faalt. Daardoor komt het dat de mosselvissers voorlopig van het wad zijn geprocedeerd en dat de Nuon-centrale vertraging oploopt - de Vlielanders mogen, zolang die zaak nog loopt, blijven hopen op een extra slok water. De Zeeuwen moeten hun woede dus niet in de eerste plaats op de Waddenvereniging richten, maar op de overheid. Zelf moeten de vissers ernst maken met duurzaam werk, in evenwicht met wat het wad aankan. De Waddenvereniging staat in haar recht, maar mag zich best eens bezinnen. Zij heeft, zolang de overheid onvoldoende regie neemt, een ijzersterke machtspositie. Dat moet haar behoedzaam maken, want macht bederft. Dan ontaardt procederen in kapot procederen.