Paling in Eems onderzocht op dioxine

Gepubliceerd op 14 augustus 2008Milieu, Veiligheid, VisserijAangemaakt door Dagblad van het Noorden (Tammo Beishuizen)

Finsterwolde/Termunten/leer - Na de ontdekking van dioxine in de uiterwaarden van de Eems bij Jemgum, gaat Landkreis Leer ook paling, afkomstig uit de rivier, onderzoeken op mogelijke aanwezigheid van deze kankerverwekkende stof.

Het Landkreis heeft een kilo van deze vissoort gekocht en voor onderzoek naar een instituut gestuurd. Al in 2007 sporen van kankerverwekkende stof bij een koe ontdekt.

Eerder al zijn monsters genomen van melk en vlees afkomstig van schapen en koeien die in de uiterwaarden grazen. Het Landkreis Leer heeft zelf een onderzoeksinstituut in de arm genomen dat opdracht heeft gekregen ook het water en de slik te onderzoeken op sporen van dioxine. Duidelijk is al wel dat in het gras dioxine en polychloorachtige biphenyle (PCB) zit. Dat heeft de Duitse Voedsel en Waren Autoriteit in Oldenburg na de ontdekking bekendgemaakt. Al in het najaar van 2007 ontdekte dit instituut bij een aan bse gestorven koe sporen van dioxine. Het instituut maakte geen melding van deze vondst. Pas toen het dit voorjaar gras onderzocht en weer sporen van de kankerverwekkende stof aantrof werd alarm geslagen en het Landkreis Leer ingelicht.

Vandaag treffen beide partijen elkaar tijdens een gesprek waarin ook een stappenplan wordt besproken. De provincie Groningen is nog niet op de hoogte gebracht van de recente Duitse bevindingen.

"Dat hoeft ook nog niet, want in de voedselketen hebben we nog geen giftige stoffen aangetroffen", zegt Hiltrod Schrandt van de Duitse Voedsel en Waren Autoriteit. "Als er gevaarlijke stoffen in de voedselketen terecht zijn gekomen waarschuwen we de EU." Ze wijst er verder op dat tijdens periodieke melkcontroles geen opvallende waarden in de zuivel zijn aangetroffen.

Schapenhouders aan de Nederlandse kant van de Dollard maken zich vooralsnog niet ongerust. Veehouder Hemmo Bolhuis uit Finsterwolde heeft zevenhonderd schapen op de dijk lopen. "Sommige grazen een bepaalde periode in de zomer op kweldergrond. Ik heb tot dusver ook niets opmerkelijks gezien bij m’n schapen. Extra sterfte is er bijvoorbeeld niet."

Ook Jan Fokko Vos uit Termunten, met ongeveer duizend schapen één van de grootste schapenhouders langs de Dollard schrikt niet van de dioxinevondst. "Je houdt er altijd een beetje rekening mee." De Waddenvereniging volgt het onderzoek naar de dioxinevondst en de laatste ontwikkelingen van de stand van zaken met belangstelling.