E-learning in Waddencampus is een succes
LEEUWARDEN - De Waddencampus is een succes. De proef met e-learning, waarin leerlingen op havo-niveau via internet gezamenlijk les krijgen op Ameland, Schiermonnikoog en in Dokkum, krijgt dan ook een vervolg en uitbreiding met de scholen op Vlieland en in Harlingen. Dit bleek gisteren tijdens een bijeenkomst over het project in het gebouw van Omrop Fryslân in Leeuwarden.
In de proef volgden leerlingen ter aanvulling op de gewone lessen vanaf januari ook gelijktijdig digitale lessen en deden geregeld samen opdrachten via internet. "Ze hebben echt iets geleerd. Ze werkten gemotiveerd samen", constateerde Jan Lepeltak, die als lector aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) het initiatief nam voor de Waddencampus.
Inmiddels heeft Lepeltak afscheid genomen van de NHL, maar hij presenteerde gisteren wel de resultaten van de proef. Ook projectleidster Marieke van de Ree, Toine van den Bogaart (directeur van het instituut Onderwijs aan de NHL) en directeur Louise van Felius van de Burgemeester Waldaschool op Ameland keken tevreden terug. Er valt nog wel het nodige te verbeteren, stelde Lepeltak. "Leerlingen van dezelfde school werkten in groepjes onderling goed samen, maar de samenwerking tussen de andere campusgroepen kan beter."
De internetfaciliteiten die dat mogelijk kunnen maken, zoals programma's als Skype en Webex, moeten daarvoor nog beter worden benut. Een ander verbeterpunt ligt op het gebied van begeleiding van de leerlingen door de docenten. Maar het is niet gek dat er nog het nodige bijgeschaafd moet worden, aldus Lepeltak: "Waddencampus was een pilot van bescheiden omvang. Ondanks dat was het wel goed genoeg om er zaken van te leren." Het project beviel zelfs zo goed dat er al zijn plannen voor een Waddencampus II. "Het kan niet anders dan dat het doorgaat", onthulde een enthousiaste projectleider Van de Ree. Daarom heeft Waddencampus sinds gisteren ook een officieel logo en komt er een communicatieplan, gemaakt door studenten van de NHL.
Van de Ree: "Er zullen nieuwe scholen bij Waddencampus aangesloten worden, namelijk die van Vlieland en Harlingen." De werkwijze van de Waddencampus zou volgens haar in de toekomst ook interessant kunnen zijn voor leerlingen in kleine dorpen, op scholen die met sluiting worden bedreigd. Ook zal er dan bekeken worden wat het project kan betekenen voor leerlingen die in jeugdinrichtingen zitten of door topsport geen regulier onderwijs kunnen volgen.
Maar de aandacht wordt nu eerst gericht op leerlingen in het Waddengebied. En volgens Toine van den Boogaart is er voor het vinden van de juiste manier van aanpak ook nog wel vier tot vijf jaar nodig. Docenten moeten bijvoorbeeld "nog een natuurlijke omgang vinden met de communicatiemiddelen, zodat ze die kunnen vervlechten met het onderwijs dat ze geven". De scholen op Ameland en Schiermonnikoog kunnen nu in hun bovenbouw geen hoger niveau aanbieden dan het vmbo.
De scholen zijn te klein en leraren te schaars. Door de Waddencampus hoeven leerlingen op havo/vwo-niveau na de basisvorming in de eerste twee jaren niet meteen naar de vaste wal. Waddencampus is een samenwerking tussen de NHL, Kabel Noord, het Dockinga College, ROC Friese Poort en de scholen op de waddeneilanden. Op de lange duur moeten leerlingen op de eilanden door e-learning tot hun zestiende jaar onderwijs kunnen volgen van hetzelfde niveau en dezelfde kwaliteit als op de vaste wal.