Knoerten van lepelaarkuikens van ringen voorzien

Gepubliceerd op 22 mei 2008Natuur en Landschap, Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Leeuwarder Courant (Halbe Hettema)

Meer dan vijftig jonge lepelaars van de kolonie op Schiermonnikoog zijn gisteren geringd, gewogen en gemeten. Ze moesten even weg bij hun ouders.

Schiermonnikoog - Het zijn al knoerten van jongen, lepelaars van een tot anderhalve kilo, en toch nog maar drie weken oud. De hoogste tijd om ze even uit het nest te halen en te voorzien van kleurringen. Op de kwelder van Schiermonnikoog lijkt het op een verrassingsaanval. Een groepje biologiestudenten van Rijksuniversiteit Groningen, onder aanvoering van Otto Overdijk van Natuurmonumenten, rent de kolonie in. De kuikens gaan op de loop, maar ze laten zich toch overmeesteren. Met de handen vol vogels gaan de studenten terug naar hun post, alsof ze volleerde kippenvangers zijn.

Meer dan vijftig jonge lepelaars worden tijdelijk in twee tentjes gestopt. Een voor een komen ze aan de beurt. De beestjes, waarvan de kenmerkende lepelvorm van de snavel al te herkennen is, worden geringd, gewogen en gemeten. Zo worden conditie en leeftijd bepaald. Er wordt de vogels ook een klein beetje bloed afgenomen, onder andere voor dnaonderzoek en het bepalen van het geslacht. Ondertussen zijn de oude lepelaars al weer bij de nesten neergestreken. Ze wachten de terugkeer van hun jongen ogenschijnlijk rustig af.

Op de waddeneilanden gaat het goed met de lepelaars. Alleen al op Schiermonnikoog zitten meer dan tweehonderd broedparen, vertelt Overdijk. Om de vogels te kunnen volgen, is het onderzoek opgezet. Er zijn nog wel wat geheimen te ontrafelen. Zo is in Mauritanië, waar Nederlandse lepelaars overwinteren, de stand de laatste tien jaar gehalveerd Een weldoener uit het westen van het land maakt het met een schenking van 350.000 euro mogelijk het onderzoek op te zetten. Tien lepelaars in Nederland en vijf in het Afrikaanse land worden voorzien van zenders om hun trek te volgen. Voor het deel van het onderzoek dat in Mauritanië plaatsvindt, worden lokale parkwachters ingezet. De eerste van hen krijgt deze zomer op Schiermonnikoog een praktijkopleiding. "De problemen spelen deels in Mauretanië. Daarom hoort een deel van het project ook bij hen thuis", verklaart Overdijk deze aanpak.

De lepelaars maken in ons land een goed broedseizoen mee. Met het mooie weer groeien ze voorspoedig op. Er zijn paren met wel drie flinke jongen. Overdijk: "Dat betekent dat er genoeg voedsel te vinden is." De kuikens krijgen van hun ouders vooral garnaaltjes uit de Waddenzee gevoerd.