Herstelkosten zeedijk voor eigen rekening
LEEUWARDEN - De inwoners van Friesland draaien zelf op voor de herstelkosten van de zeedijk bij Tzummarum. Het Rijk is tot nog toe niet bereid aan het herstel bij te dragen.
Wetterskip Fryslân is al geruime tijd vruchteloos in overleg met Den Haag over de strop met de zeedijk. Komende zomer moet de zeewering tussen Koehool en Westhoek over een lengte van 3 kilometer drastisch worden versterkt. Dat kost het waterschap 5,6 miljoen euro.
Twee jaar geleden onderging het dijkvak tussen Westhoek en Zwarte Haan ook al zo'n ingreep, over een lengte van 6 kilometer. Het waterschap verwacht dat de rest van de dijk niet aangepakt hoeft te worden, al lijdt de pier bij Harlingen, eigendom van de gemeente, aan dezelfde kwaal. Het asfalt is aangetast en er vallen gaten.
Vermoedelijke oorzaak van de problemen is het gebruik van grind in de deklaag tijdens de dijkaanleg in 1971. Dat recept werd destijds door Rijkswaterstaat voorgeschreven, aldus dijkgraaf Herre Kingma van Wetterskip Fryslân. Hij vindt daarom dat de landelijke overheid aansprakelijk is. Tot nu toe heeft het waterschap echter geen overtuigend bewijs kunnen aandragen voor zijn standpunt.
De rijksoverheid wil de tegenvaller ook niet erkennen als een calamiteit. In zo'n geval zou Wetterskip Fryslân geld kunnen putten uit het landelijke 'Hoog Water Beschermingsprogramma', waarin 90 miljoen euro zit voor dijkverbetering. Andere waterschappen, die op hetzelfde potje azen, zijn evenmin bereid Friesland de helpende hand toe te steken.