Dan maar zonder Hamburg

Gepubliceerd op 17 januari 2008Internationaal, Overheid, Sociaal-economischAangemaakt door Leeuwarder Courant (Halbe Hettema)

Als het om de status van werelderfgoed voor de Waddenzee gaat, verkiest Nederland een half ei boven een lege dop. Ons land zet de aanvraag door, ook nu de Duitse deelstaat Hamburg afhaakt.

Spijtig is het wel. Als groot natuurgebied van internationale allure is de Waddenzee een geheel, van Den Helder tot aan Esbjerg. Als werelderfgoed zou het dat ook moeten zijn. Dat was de inzet toen jaren geleden Duitsland, Denemarken en Nederland samen de intentie uitspraken op termijn de aanvraag bij de Unesco in Parijs in te dienen. Denemarken haakte als eerste af.

Het land wil van de Waddenzee een nationaal park maken. De slepende procedures die daar mee samengaan, moeten eerst worden afgerond voor de regering zich wil inspannen voor de status van werelderfgoed. Op het laatste moment gooit ook Hamburg de kont tegen de krib. De bezwaren klinken bekend. De angst is dat economische ontwikkeling wordt geblokkeerd door de aanwijzing. Jarenlang heeft het Nederlandse ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit ervoor geijverd dat idee weg te nemen bij de bevolking van het waddengebied.

Steeds weer, op de ene na de andere informatiebijeenkomst, kwam een groot wantrouwen aan de oppervlakte. Uiteindelijk heeft het ministerie in een officieel convenant gegarandeerd dat er geen extra beperkingen voor gebruikers van de Waddenzee zullen gelden. Zo’n afspraak had Duitsland ook met Hamburg kunnen maken. De garanties zijn immers gemakkelijk waar te maken. Voor de Waddenzee geldt al een zwaar regime. De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn legt zoveel beperkingen op aan het gebruik, dat de natuur afdoende moet zijn beschermd. Daar komt nog de SPA bij, een regeling voor speciale beschermde gebieden, die de veiligheid van de scheepvaart op de Waddenzee moet garandeert.

De Unesco doet daar met een werelderfgoed niets meer bij. Deze status is niets anders dan een mooi visitekaartje, als blijk van waardering voor het unieke gebied. Voor de natuur heeft de aanmelding geen betekenis. Die kan er wel zonder. Voor de recreatie is dat anders. In deze branche zijn de verwachtingen hoog, met de overtuiging dat er een nieuwe bron van toeristen kan worden aangeboord. Hierbij wordt steeds het voorbeeld aangehaald van Japanners en Amerikanen die in groepsverband alle attracties op de werelderfgoedlijst afreizen.

Ze zullen onderweg iets moeten eten en ergens moeten slapen. De mond-tot-mondreclame die hier het gevolg van kan zijn, zal nog veel meer mensen verleiden tot een reisje naar de Waddenzee. Het zou zonde zijn als dat er niet van komt, vooral in het kustgebied dat nodig aan een oppepper toe is. Als het niet anders kan, dan moet de aanmelding maar zonder Hamburg.