GS Fryslân beslist positief op vergunningaanvraag Reststoffen Energiecentrale Harlingen
Het College van Gedeputeerde Staten heeft positief beslist op de aanvraag om een milieuvergunning die afvalverwerker Omrin heeft ingediend voor de realisatie en het in bedrijf nemen van een Reststoffen Energiecentrale in Harlingen.
Na een langdurige en zorgvuldige procedure voldoet de aanvraag aan alle voorwaarden om de vergunning te kunnen verlenen. In die vergunning worden onder andere expliciete en harde eisen gesteld aan de grenswaarden voor de luchtemissie. De ontwerp-beschikking ligt vanaf 28 augustus 2008 tot en met 8 oktober 2008 ter inzage.
Omrin diende de vergunningaanvraag met een milieueffectrapport (MER) in september 2007 in bij de provincie Fryslân. Zowel de aanvraag als het MER zijn na die tijd nog enige malen door Omrin aangevuld. De lijvige vergunningaanvraag is in de tusselnliggende periode door zowel interne specialisten van de provincie en externe bureaus beoordeeld. De MER is door de Commissie voor de milieueffectrapportage beoordeeld, op 30 juli j.l. gaf de Commissie op het laatste onderdeel (de aangepaste samenvatting) een positief advies. Op basis van alle informatie concludeert het College dat de aanvraag nu aan alle voorwaarden voldoet en de vergunning verleend kan worden.
Luchtkwaliteit, en dan vooral de uitstoot (emissie) van stoffen, is wellicht het belangrijkste onderdeel in de vergunning (ofwel de ontwerp-beschikking). Zowel uit de inspraakreacties op het milieu-effectrapport als ook uit de adviezen van de Commissie m.e.r., kwam het onderwerp nadrukkelijk als aandachtspunt naar voren. Het College heeft dan ook strenge eisen gesteld aan de uitstoot en heeft harde emissiegrenswaarden hiervoor opgesteld. Die grenswaarden, het gaat dan om jaar- en daggemiddelden, worden na het eerste bedrijfsjaar (waarin de installatie vooral ingeregeld wordt) in de vergunning nog verder aangescherpt.
De strengere emissiegrenswaarden waaraan Omrin uiterlijk één jaar na inbedrijfstelling van de installatie moet voldoen heeft Omrin in eerste instantie niet aangevraagd. Besprekingen tussen de provincie en Omrin heeft dit mogelijk gemaakt. Omrin heeft aangegeven aan deze eisen te kunnen en te willen voldoen. De installatie wordt daarmee een van de schoonste installaties van Nederland.
Gedeputeerde Piet Adema is zich bewust van de verantwoordelijkheid die zowel Omrin als de provincie heeft als de vergunning definitief verleend is: "Het is de verantwoordelijkheid van Omrin een schone installatie te bouwen en aan de vergunning te voldoen, maar het is onze verantwoordelijkheid stringent toe te zien op de naleving van de vergunning en daar gaan we onze handhaving op aanpassen. Wij hebben alle vertrouwen in Omrin, maar zijn het ook aan de omgeving verplicht ervoor te zorgen dat alles in orde komt en blijft."
Meer informatie op deze website over dit onderwerp