Bruine vloot over de grens niet welkom zonder briefje
HARLINGEN - Schepen van de bruine zeilvloot die buitenlandse havens aan doen, zullen straks internationaal gecertificeerd moeten zijn.
Het komend vaarseizoen geldt als overbrugging. In 2009 worden de klassiek gelijnde charterschepen als zeewaardige passagiersvaartuigen aangemerkt. Belangenorganisatie BBZ maakt zich sterk voor een uitzonderingspositie.
Duitsland en Denemarken hebben aangegeven het huidige certificaat van de traditionele zeilschepen niet langer te accepteren. Tot dusver gold voor deze typisch Nederlandse vaartuigen een uitzondering op de internationale regels. Het argument, bepleit door onder anderen staatssecretaris Tineke Huizinga van verkeer en waterstaat, dat de bruine vloot een status aparte verdient, wordt vooral door de Deense autoriteiten weggewuifd.
Door stevig te lobbyen, is de BBZ erin geslaagd voor dit jaar de situatie ongewijzigd te laten. Binnen een maand krijgen rederijen en schippers/eigenaren van de ruim vijftig (van de in totaal vierhonderd) Nederlandse zeilcharterschepen die op de Noord- en Oostzee met groepen passagiers varen, de benodigde (veiligheids)certificaten. Zonder worden deze schepen subiet uit de havens geweerd.
"Volgend jaar wordt het menens", zegt BBZ-directeur Jaap Baalbergen. "Aan de ene kant vinden we het niet echt verkeerd dat ook onze vloot straks aan internationale wetgeving voldoet. Anderzijds zien onze schepen er zo anders uit dan de rest, dat het niet reëel is alle punten en komma's op ons van toepassing te verklaren." De schippers zullen het lopende jaar moeten gebruiken om de nodige voorzieningen en eventueel bouwkundige aanpassingen te realiseren.
De BBZ vindt verschillende maatregelen voor haar leden overdreven en vooral duur. Dat geldt bijvoorbeeld voor het verplicht aan boord hebben van een 'zwarte box' en aan verregaande constructievoorwaarden. Baalbergen: "Schepen moeten nu omwille van de veiligheid extra compartimenten voor inkomend water kunnen afsluiten. Zo'n eis is voor een veerboot met drieduizend passagiers aan boord helemaal terecht. Maar voor een klipper van 30 meter is dat teveel gevraagd. Onze schepen zitten ook nooit midden op zee. Ze blijven steeds onder de kust, kunnen daarmee rechtstreeks communiceren en zijn bij moeilijkheden door reddingboten en helikopters snel te bereiken."
BBZ en Verkeer en Waterstaat zullen dit jaar benutten om een aantal uitzonderingen op de internationale certificering blijvend door te voeren. Baalbergen ziet daarin wel heil. De regels zijn nog iets kneedbaar. Op het onderdeel tuigage schiet de internationale wetgeving naar zijn mening tekort. De zeilvoering van de bruine-vlootschepen is buiten onze grenzen in onbruik geraakt en wordt daarom niet eens meer genoemd. Baalbergen: "Maar dat vinden wíj nu weer belangrijk. Dus dat hoort terug te komen."