7 Plantjes en beestjes verdelen samenleving
De Tweede Kamer praat vandaag over het Europese natuurbeleid. Er staan grote belangen op het spel, die politiek en samenleving zeer verdelen.
In 162 gebieden in Nederland leven dieren en planten die bescherming nodig hebben. Europa wil deze soorten beschermen in de streken waar ze voorkomen.
In Friesland gaat het om twintig gebieden, waaronder de Waddenzee, het IJsselmeer, de duinstroken op de eilanden, de Alde Feanen en het Drents-Friese Wold. Bijna iedereen wil de natuur wel beschermen, maar niet ieder wil er dezelfde prijs voor betalen. Wat moet er bijvoorbeeld gebeuren als de bloemetjes en bijtjes gezonde bedrijven in de landbouw of recreatie in de weg staan? Bedrijven maar op slot gooien en banen schrappen?
Ondernemers zijn benauwd voor de schaduw van de Natura- gebieden. Wat wordt hun perspectief? Natuurorganisaties wijzen er juist op dat het de hoogste tijd is in actie te komen. Uitstel betekent nog meer soorten naar de haaien. En economische schade? Met natuur valt juist veel te verdienen, zeggen de groene clubs.
De zaak leeft enorm. Landelijk zijn er liefst 4858 reacties binnengekomen op de 111 ontwerp- aanwijzingsbesluiten die er inmiddels liggen - de overige gebieden volgen later. Die reacties zijn afkomstig van 7773 personen en organisaties, waaronder 9 provincies, dik 100 gemeenten en zo’n 25 waterschappen.
Alleen al vanuit de landbouw kwamen ruim 3000 reacties, uit de recreatie meer dan 500 en van natuur- en milieuorganisaties ongeveer 300. In Friesland spitst veel zich toe op de waddenregio, bij uitstek een oord waar belangen botsen.
Er kwamen 369 reacties binnen, afkomstig van 925 organisaties en personen. De politiek is verdeeld. Sommige partijen vinden dat er voor elk gebied eerst een zogeheten beheerplan moet komen. Dat moet aangeven wat wel en niet meer mag. Pas als alle belanghebbenden het daarover eens zijn, is het tijd voor een gebiedsbesluit.
Andere partijen willen direct al zo’n besluit, om daarna in beheerplannen de maatschappelijke tegenstellingen uit te knokken. Welke volgorde er ook komt, uiteindelijk bepaalt Europa het tempo. Uiterlijk in 2010 moeten de aanwijzingsbesluiten er liggen, uiterlijk drie jaar later de beheerplannen. Eerder mag natuurlijk ook.