Waddencampus scholen begint januari
LEEUWARDEN - De Waddencampus kan in januari beginnen. Dan gaan twee havo-leerlingen op Schiermonnikoog, twee op Ameland en twee leerlingen op het Dockinga College in Dokkum gelijktijdig en soms samen aan de slag met dezelfde digitale lessen.
In het project Waddencampus werken de eilander scholen en het Dockinga College samen met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) aan methoden, waarin leerlingen op de computer les kunnen krijgen op verschillende niveaus in een vak. Het plan is gisteren officieel gepresenteerd bij het afscheid van initiatiefnemer Jan Lepeltak als lector 'ict en didactiek' bij de NHL.
Onno Zwakhals, directeur van de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog, zei gisteren veel te verwachten van het project. Hij heeft 35 leerlingen op deze kleinste school voor voortgezet onderwijs in Nederland. De Burgemeester Waldaschool op Ameland heeft er ruim 150. De scholen bieden vmbo naar het eindexamen en de eerste klassen van havo en vwo.
Zwakhals wil leerlingen liefst zo lang mogelijk op het eiland houden. Bovendien is de Boelensschool door de Inspectie van het Onderwijs beoordeeld als zeer zwak. ,,Niet om de inhoud'', merkte Zwakhals op. ,,Onze leerlingen slagen bijna allemaal zonder vertraging.'' Maar soms heeft een eilandschool het organisatorisch wel lastig.
De Boelensschool heeft minder dan 8 fte aan personeel, maar moet wel alle vakken geven. Het kost soms veel moeite om overal docenten voor te vinden en vervanging op korte termijn is helemaal een probleem met de Waddenzee als barriëre. Docenten geven vaak verschillende vakken, maar zijn daarin dan wel op zichzelf aangewezen bij het samenstellen van lessen en het schrijven van toetsen. Zwakhals: ,,Dan is het heel prettig als zij ook eens kunnen optrekken met collega's.''
Dat kan binnen de Waddencampus. Jan Lepeltak ziet mogelijkheden om het project uit te breiden met Terschelling en de Duitse waddeneilanden.