Bij twijfel doen

Gepubliceerd op 30 augustus 2007Energie, Onderzoek en Monitoring, OverheidAangemaakt door Leeuwarder Courant (hoofdartikel)

De Raad van State heeft alle bezwaren tegen gaswinning in het waddengebied weggewuifd.

Naar het oordeel van het bestuursrechtcollege zijn er geen doorslaggevende bezwaren tegen gasboringen onder de Waddenzee. De vrees voor bodemdaling en natuurschade is ongegrond. Het is na tientallen jaren strijd een overwinning voor de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die tot 2040 zo'n 20 tot 25 miljard kubieke meter gas uit de Waddenzee hoopt te pompen.

Of dit een felicitatie waard is, is maar zeer de vraag. De protesten waren al afgekocht met een waddenfonds van 800 miljoen euro. En van het voorzorgsprincipe 'bij twijfel niet doen' trekken raad en regering zich niets aan. Daar is de tijdgeest niet naar. De b.v. Nederland kan het zich kennelijk niet veroorloven om bodemschatten te laten zitten waar ze zitten. Ook al is dat in het enige natuurgebied van betekenis in dit verder door de mens geschapen land. Een natuurgebied bovendien met een beschermde status.

Een jaar of tien geleden leek het allemaal nog de andere kant op te gaan en was ook de provincie Friesland mordicus tegen gaswinning in de Waddenzee. De omslag was de instelling van de commissie onder leiding van PvdA-coryfee Wim Meijer. Volgens beproefd recept in de lage landen gaf hij beide partijen een beetje gelijk. Op zijn advies werd het fonds in het leven geroepen voor de instandhouding van het waddengebied. Uiteraard komen de miljoenen daarvoor uit de gasopbrengsten.

En het oordeel van de provincie Friesland nu: ,,Hiermee kunnen we verder. Er liggen geen onduidelijkheden meer", aldus gedeputeerde Tineke Schokker. Het is van een bijna hartverwarmende naïviteit. De winning van gas onder de Waddenzee hangt juist van onduidelijkheden aan elkaar. Zo zijn de geleerden het oneens over de effecten op de natuur van de verzakking van de wadbodem en zandplaten, en de schade aan gebouwen door bodemdaling en aardschokken. Oud-medewerker Adriaan Houtenbos van de NAM stelt dat het rijk de bodemdaling te optimistisch inschat teneinde de aardgasbaten niet in gevaar te brengen.

Mocht dit zo zijn, dan zullen de effecten het eerst en het hevigst in Friesland merkbaar zijn. Alleen al daarom had van het provinciebestuur meer terughoudendheid mogen worden verwacht. Dat de voorstanders er ook niet helemaal gerust op zijn blijkt uit het hand-aan-de-kraan-principe dat de Raad van State hanteert: ingrijpen is mogelijk zodra blijkt dat de bodem sneller daalt dan voorzien. Maar vooralsnog is groei, groei en nog eens groei het devies. Met een beetje minder groei en wat meer respect voor de natuur zouden we de tijd ook wel doorgekomen zijn. J.