Tekort aan mosselen funest voor eidereend
GRONINGEN - Er is een direct verband tussen massale sterfte van eidereenden en het magere aanbod van diepwatermosselen en droogvallende mosselbanken in de Waddenzee.
Dit blijkt uit onderzoek van bioloog Romke Kats. De uit Harlingen afkomstige Kats promoveert volgende week vrijdag aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Volgens de promovendus is de eidereend zelfs een belangrijke indicator voor de mosselstand in de Waddenzee. De eenden eten ook andere schelpen, maar die dienen puur als aanvulling. Kats: ,,Mosselen zijn zonder meer de belangrijkste voedselbron.''
De afgelopen decennia jaar trad regelmatig massale sterfte op onder eidereenden. Rond 1990 nam de broedpopulatie in ons land af met 30 procent, een ontwikkeling die samenviel met intensieve bevissing van droogvallende schelpdierbanken.
Kats ontdekte dat overwinterende eidereenden afhankelijk zijn van diepwatermosselen die vooral in het westelijke deel van de Waddenzee te vinden zijn. Als het mosselaanbod daar laag is en er ook weinig ander voedsel te vinden is, volgt massale sterfte onder de vogels.
Voor broedvogels zijn de droogvallende mosselbanken rond de eilanden van cruciaal belang. Daar zit een vrouwtje de hele broedperiode van vier weken. Ook de kuikens worden er grootgebracht. Afwezigheid van zulke banken is funest voor de eidereend.
Kats ziet een lichtpuntje nu bij Rottum het hele droogvallende wad langdurig met rust wordt gelaten. Terugkeer van de mosselbanken is het gevolg. De populatie eidereenden neemt er sterk toe. Als een grote plek maar lang genoeg met rust wordt gelaten, is er hoop, aldus Kats.