Spisula of het waddengas

Gepubliceerd op 16 juni 2007Energie, OverheidAangemaakt door Leeuwarder Courant (Marcel de Jong)

De spisula geldt dinsdag als het duurste levende wezentje in de Waddenzee. Het wel en wee van het schelpdiertje kan bepalen of extra gaswinning onder het natuurgebied mag doorgaan.

Delft het schelpdiertje op een zitting van de Raad van State in Den Haag dinsdag het onderspit, dan dreigt het oppompen van waddengas te moeten stoppen. Rijk, Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en waddenfonds lopen dan miljarden euro's aan gasbaten mis.


Om de gasprofiteurs niet met- een slapeloze nachten aan te praten: de kans dat de Raad van State de in februari vanuit Moddergat begonnen winning stillegt, is klein. Op vrijwel alle punten zullen de zeven bezwaarmakers - van waddenschilder Geurt Busser tot Vogelbescherming - ongelijk krijgen. Tenminste, als de bestuursrechter dezelfde conclusie trekt als de onafhankelijke instantie die de Raad van State adviseert.

De onrust die in april ontstond rond een rapport van oud- NAM-medewerker Adriaan Houtenbos lijkt voor niets te zijn geweest. Hij beweerde dat voorspellingen over bodemdaling niet kloppen en dat de gaswinning moest stoppen. Partijen als GroenLinks gingen onmiddellijk in zijn spoor mee. Maar de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (STAB), de bewuste onafhankelijke instantie, laat zich minder makkelijk opjutten.

De voorspelling van de bodemdaling in het gebied kan 30 procent afwijken van de werkelijkheid. Maar de prognose is deze keer veel minder van belang doordat de NAM zeer uitgebreid de daadwerkelijke daling nauwkeurig meet. Slaan de meters te ver uit, dan vermindert of stopt de winning. Die aanpak zet het voorspellen - en daarmee de noodkreet van Houtenbos - vrijwel buitenspel.

Van de tientallen kritiekpunten blijven twee over. De STAB vraagt zich af of wel direct is vast te stellen of de gemeten bodemdaling aan de gaswinning te wijten is of dat deze andere oorzaken kent. Als de oorzaak onduidelijk is, moet de gaswinning dan stoppen? Een definitieve conclusie is pas na lang, wetenschappelijk onderzoek te trekken, maar misschien is het dan te laat. Wat is in zo'n geval wijsheid en moet hier niet een extra slot op de deur?

Dan is er de spisula. Om bodemdaling op te vangen, is het nodig zand aan te voeren. Maar het vele zand kan de nonnetjes onder zee begraven. De beschermde zee-eenden kunnen er dan niet meer bij en verhongeren. Dat mag niet van de Natuurbeschermingswet. Er lijken geen speciale maatregelen getroffen te zijn om de schelpdieren te ontzien. Er is alleen het lopende beleid van Rijkswaterstaat om bij zandsuppleties met de spisula rekening te houden. Is dat voldoende?

Trapt de bestuursrechter op één van beide punten uit voorzorg op de rem en valt de gaswinning stil, dan heeft het vorige kabinet al aangekondigd dat het waddenfonds van de baan is. Friesland kan de € 680 miljoen vergeten om het gebied op te knappen. Een beetje consequente regering vordert dan ook de uit het fonds aan kokkelvissers betaalde uitkoopsom van € 120 miljoen terug.